Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

06-10-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:242

Zaaknummer

ZWB 124 - 2014

Inhoudsindicatie

Geen feiten of omstandigheden op grond waarvan de raad tot de conclusie zou moeten komen dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.

Inhoudsindicatie

verzet niet ontvankelijk

Uitspraak

Beslissing van 6 oktober 2014

in de zaak ZWB 124-2014

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 26 mei 2014 op de klacht van:

   

   

   

  

    klager

 

    tegen:

 

 

 

 

    verweerders

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 1 mei 2014 met kenmerk K14-013 , door de raad ontvangen op 2 mei 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      Bij beslissing van 26 mei 2014 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen, welke beslissing op 2 juni 2014 is verzonden aan klager.

1.3      Bij brief dd. 13 juni 2014 door de raad ontvangen op 18 juni 2014, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4      Klager en verweerders zijn bij brief dd. 24 juni 2014 opgeroepen voor de mondelinge behandeling van 25 augustus 2014, waarbij aan partijen te kennen is gegeven dat gelet op de datum van ontvangst van het verzetschrift enkel de ontvankelijkheid van het verzetschrift aan de orde zou worden gesteld. Klager noch verweerders zijn ter zitting verschenen. Er is geen proces-verbaal opgemaakt.

1.5      De raad heeft kennisgenomen van:

-            de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

                 de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-            het verzetschrift van klager d.d.13 juni 2014, ontvangen op 18 juni 2014.

 

 

2          ONTVANKELIJKHEID VAN HET VERZET

2.1      Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet konden klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van de beslissing van de voorzitter dd. 26 mei 2014 schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch. De termijn van 14 dagen ging in op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn diende het verzetschrift ontvangen te zijn op de griffie van de raad van discipline.

2.2      De beslissing van de voorzitter dd. 26 mei 2014 is op 2 juni 2014 per aangetekende en per gewone post aan klager verzonden. Dit betekent dat de verzettermijn inging op 3 juni 2014 en dat het verzetschrift uiterlijk op 16 juni 2014 op de griffie van de raad van discipline ontvangen had dienen te zijn .

2.3      De raad heeft vastgesteld dat de enveloppe waarin het verzetschrift is verzonden is voorzien van een poststempel dd. 17 juni 2014. Het verzetschrift is op 18 juni 2014 bij de griffie ingekomen en derhalve niet binnen de wettelijke verzettermijn door de griffie ontvangen. Nu door klager geen feiten of omstandigheden naar voren zijn gebracht op grond waarvan de raad tot de conclusie zou moeten komen dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is, kan klager niet in zijn verzet worden ontvangen. De raad zal het verzet daarom als niet-ontvankelijk afwijzen.

 

 

 

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

 

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen , voorzitter, mrs. L.R.G.M. Spronken, E.J.P.J.M. Kneepkens, J.J.M. Goumans en J.F.E. Kikken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 6 oktober 2014 .

 

 

 

griffier                                                               voorzitter                                  

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 7 oktober 2014

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-     klager

-     verweerder

-     de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland

     West-Brabant

-     de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

 

 

Van deze beslissing kan ingevolge artikel 46 h lid 4 van de Advocatenwet geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.