Rechtspraak
Uitspraakdatum
13-06-2014
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2014:150
Zaaknummer
7126
Inhoudsindicatie
Geen belang meer bij aanwijzing advocaat omdat appeltermijn is verstreken.
Uitspraak
Beslissing van 13 juni 2014
in de zaak 7126
naar aanleiding van het beklag van:
klager
tegen:
De Deken van de Orde van Advocaten Oost-Brabant
de deken
1 HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET
Klager heeft een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat. Bij brief van 8 april 2014 heeft de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant, verder te noemen ‘de deken’, geweigerd een advocaat aan te wijzen als zijn advocaat voor een zaak waarin vertegenwoordiging dan wel bijstand van een advocaat verplicht is. In een klaagschrift gedateerd 9 april 2009, per fax ontvangen ter griffie van het hof op 16 april 2014, heeft klager zich beklaagd over het feit dat de deken heeft geweigerd een advocaat aan te wijzen.
2 HET GEDING BIJ HET HOF
2.1 Het klaagschrift is op 16 april 2014 ontvangen ter griffie van het hof. Het hof heeft voorts kennis genomen van de correspondentie tussen klager en de deken.
2.2 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 23 mei 2014, waar klager is verschenen.
3 FEITEN
3.1 Het volgende is komen vast te staan:
3.2 Bij brief van 14 februari 2014 heeft klager zich tot de deken gewend met het verzoek hem een advocaat aan te wijzen om namens hem beroep aan te tekenen tegen een vonnis van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, kanton Middelburg, van 22 januari 2014. Klager had bij zijn verzoek een vijftal afwijzingen van advocaten gevoegd. Op verzoek van de deken heeft hij zich tot een zesde advocaat gewend, die hem heeft geschreven geen beroep in te stellen omdat hij een te geringe kans op succes aanwezig achtte.
3.3 Bij beslissing van 8 april 2014 heeft de deken beslist geen advocaat aan te wijzen omdat sprake is van een kansloze zaak.
3.4 In zijn beklag van 9 april 2014 vraagt klager het hof te bewerkstelligen dat hem een advocaat wordt toegewezen.
4 BEOORDELING
Het vonnis dateert van 22 januari 2014. De appeltermijn bedraagt drie maanden. Deze termijn is verstreken, hetgeen tot gevolg heeft dat klager geen belang meer heeft bij zijn verzoek en het beklag dientengevolge ongegrond dient te worden verklaard.
BESLISSING
Het Hof van discipline:
verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant van 8 april 2014 ongegrond.
Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. A.R. Sturhoofd, A.J.M.E. Arpeau, E. Schutte en I.E.M. Sutorius, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2014.