Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

01-12-2014

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2014:391

Zaaknummer

7333

Inhoudsindicatie

Klager kennelijk niet-ontvankelijk in zijn beroep omdat het te laat is ingediend.

Uitspraak

                                   

Beslissing van de voorzitter van

het Hof van Discipline

van 1 december 2014

in de zaak 7333

    naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

De voorzitter van het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage (verder: de raad) van 13 oktober 2014, nummer R.4451/14.37, aan partijen toegezonden op 15 oktober 2014, waarbij beide onderdelen van de klacht van klager tegen verweerder ongegrond zijn verklaard.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 17 november 2014 ter griffie van het hof ontvangen. De envelop waarmee klager zijn brief aangetekend naar de griffie van het hof heeft verstuurd, is gefrankeerd op 14 november 2014.

3    DE BEOORDELING

3.1    Aangezien de beslissing van de raad op 15 oktober 2014 is toegezonden aan klager kon hij, klager, op uiterlijk 14 november 2014 hoger beroep instellen.

3.2    Nu de appelmemorie van klager door de griffie van het hof is ontvangen na afloop van voormelde in artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet neergelegde termijn, is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, zodat het dient te worden afgewezen.

3.3    Tevens overweegt de voorzitter  dat artikel 56 lid 3 van de Advocatenwet bepaalt dat een beroep moet worden ingesteld door het indienen van een met redenen omklede memorie. Klager heeft in zijn beroepschrift in het geheel geen gronden aangevoerd en dient ook om die reden kennelijk niet-ontvankelijk te worden verklaard in het hoger beroep.

3.4    Op grond van het vorenstaande dient het beroep te worden afgewezen.

    BESLISSING

De voorzitter van het Hof van Discipline:

wijst af het door klager tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage van 13 oktober 2014, gewezen onder nummer R.4451/14.3, ingestelde hoger beroep.

Aldus beslist op 1 december 2014 door mr. J.C. van Dijk, voorzitter.

Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen na verzending van het afschrift schriftelijk verzet worden gedaan bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van veertien dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient Uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

Verzet dient te worden ingesteld door middel van een verzetschrift, waarin de gronden voor het verzet zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

Het verzetschrift dient in zevenvoud te worden ingediend.

Het Hof van Discipline is gevestigd te Breda aan Thorbeckeplein 8.

Het postadres van het Hof van Discipline is: Postbus 9679, 4801 LT  BREDA.

Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is 076 5484607.