Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

25-08-2014

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2014:258

Zaaknummer

7077

Inhoudsindicatie

Klacht over niet adequate dienstverlening ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 25 augustus 2014

in de zaak 7077

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 28 januari 2014, onder nummer 13-245A, aan partijen toegezonden op 28 januari 2014, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.  

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:TADRAMS:2014:27.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 27 februari 2014 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van verweerder;

-    e-mail van klager aan het hof van 28 april 2014.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 6 juni 2014, waar klager en verweerder, samen met zijn kantoorgenoot, zijn verschenen.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij:

a)    geen nazorg heeft verleend en ook niet bereikbaar was, nadat het arrest van het hoger beroep bekend was geworden;

b)    geen cassatieprocedure aanhangig heeft gemaakt.

4    FEITEN

    In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5    BEOORDELING

5.1    De raad heeft in de overwegingen 4.1 tot en met 4.8 gemotiveerd uiteengezet dat de in deze procedure aangevoerde feiten de aangevoerde klachten niet onderbouwen. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere overwegingen en conclusies dan door de raad in zijn  beslissing weergegeven. Het hof neemt daarom deze beslissing over.

5.2    De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 28 januari 2014, gewezen onder nummer 13-245A.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. M. Pannevis, M.L.J.C. van Emden-Geenen en T.H. Tanja-van den Broek, R.H. Broekhuijsen, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2014.