Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

03-11-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2014:340

Zaaknummer

14-100

Inhoudsindicatie

Verzet tegen voorzittersbeslissing ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 3 november 2014

in de zaak 14-100

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 9 juli 2014 op de klacht van:

De heer [naam]

[adres] klager

tegen:

mr. [naam]

advocaat te [plaats]

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 23 juni 2014 met kenmerk RvT 14-0099 door de raad ontvangen op 25 juni 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 9 juli 2014 heeft de voorzitter van de raad de klacht als kennelijk niet ontvankelijk resp. kennelijk ongegrond afgewezen, welke beslissing op 9 juli 2014 is verzonden aan klager.

1.3    Bij brief van 11 juli 2014 door de raad ontvangen op 14 juli 2014, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 8 september 2014 in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 11 juli 2014.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3    VERZET

3.1    De grond van het verzet houdt, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2    Klager stelt zich op het standpunt dat de voorzitter bij zijn beslissing ten onrechte geen rekening gehouden heeft met het feit dat verweerster de adresgegevens van haar moeder, die zich bevonden op de verklaring van haar moeder welke door verweerster als productie 5 bij haar verweer d.d. 12 mei 2014 is gevoegd, heeft weggelakt waardoor deze onleesbaar zijn geworden. Klager stelt dat het opzettelijk weglaten van de adresgegevens van de moeder van verweerster in strijd is met de procedureregels. Klager vermoedt dat verweerster de verklaring ‘frauduleus’ presenteert als een verklaring van haar moeder en stelt zich op het standpunt dat er een notariële verklaring moet komen waaruit blijkt dat de bewuste verklaring daadwerkelijk van de moeder van klaagster afkomstig is. 

4    BEOORDELING

4.1    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kan de door klager aangevoerde grond niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk niet ontvankelijk resp. kennelijk ongegrond bevonden.

4.2    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

    verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. S.H. Bokx-Boom, voorzitter, mrs. A.T. Bolt, J.R.O. Dantuma, P.J.F.M. de Kerf en B.E.J.M. Tomlow, leden, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 3 november 2014.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 3 november 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

en per gewone post aan:

-    verweerster

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Midden-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep worden ingesteld.