Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

14-04-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2014:112

Zaaknummer

R. 4440/14.26.4b

Inhoudsindicatie

De verweten gedragingen kunnen op basis van de stukken niet worden vastgesteld. Klacht ongegrond.

Uitspraak

 

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 21 januari 2014 aan de Raad van Discipline met kenmerk K186 2013, door de raad ontvangen op 22 januari 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 3 maart 2014. Ter zitting is klager met schriftelijk voorbericht niet verschenen Verweerder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Verweerder heeft gedurende een aantal jaren meerdere dossiers voor klager behandeld.

2.3 Bij brief van 12 juni 2012 heeft klager bij de deken een klacht tegen verweerder ingediend.

2.4 Ten overstaan van de deken heeft verweerder gesteld dat de samenwerking met klager is geëindigd en dat hiervoor een finale regeling is getroffen.

 

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder dat hij:

a. in zijn informatieverschaffing naar klager nalatig is geweest;

b. de dossiers onvolledig heeft overgedragen;

c. nalatig is gebleven in het verstrekken van specificaties bij de declaraties waardoor klager problemen heeft gekregen met opdrachtgevers.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft ten overstaan van de Raad van Discipline geen verweer gevoerd.

 

5 BEOORDELING

5.1 Op basis van de stukken is het voor de raad niet mogelijk de verweten gedragingen vast te stellen. Klager heeft zijn klacht onvoldoende dan wel niet nader gesubstantieerd en verweerder heeft in het kader van het dekenonderzoek verweer gevoerd. In zijn verweer heeft verweerder gesteld dat de samenwerking met klager inderdaad is geëindigd, maar dat hiervoor een finale regeling is getroffen. Nu de klacht onvoldoende door klager is gesubstantieerd en door verweerder is betwist, kan de juistheid van de verweten gedragingen van verweerder niet worden vastgesteld. De klacht is derhalve ongegrond.

 

6 BESLISSING

De Raad van Discipline:

- verklaart de klacht ongegrond.  

 

Aldus bij vervroeging gewezen door mr. C.H. van Breevoort-de Bruin, plaatsvervangend voorzitter, mrs. M. Aukema, H.E. Meerman, A.J.N. van Stigt, E.J. van der Wilk, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 april 2014

griffier voorzitter                

Deze beslissing is in afschrift op 16 april 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda.

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl