Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

25-08-2014

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2014:270

Zaaknummer

7145

Inhoudsindicatie

Geen aanwijzing advocaat. Niet gebleken dat vertegenwoordiging door advocaat verplicht is.

Uitspraak

Beslissing van 25 augustus 2014

in de zaak 7145

naar aanleiding van het beklag van:

klager

tegen:

De Deken van de Orde van Advocaten

in het arrondissement Midden-Nederland

de deken

1    HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET

Klager heeft een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat. Bij brief van 25 april 2014 heeft de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland, verder te noemen ‘de deken’, geweigerd een advocaat aan te wijzen als zijn advocaat voor een zaak waarin vertegenwoordiging dan wel bijstand van een advocaat verplicht is. In een klaagschrift gedateerd 20 mei 2014 heeft klager zich beklaagd over het feit dat de deken heeft geweigerd een advocaat aan te wijzen.

2    HET GEDING BIJ HET HOF

2.1    Het klaagschrift is op 21 mei 2014 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van de deken;

-    correspondentie van klager aan het hof van 31 mei 2014;

-    de brief van klager aan het hof van 13 juni 2014;

-    de brief van de deken aan het hof van 18 juni 2014.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 7 juli 2014, waar klager en, namens de deken, mevrouw mr. l. zijn verschenen.

3    FEITEN

3.1    Klager heeft de deken gevraagd een advocaat aan te wijzen voor een onderzoek dat verricht zou moeten worden naar de handelwijze van een klantmanager van de Sociale Dienst in S.. Klager wenst jegens hem ook aangifte te doen.

4    BEOORDELING

De deken heeft in zijn  beslissing van 25 april 2014 overwogen dat hij uit de omschrijving van het juridisch geschil niet kan opmaken dat sprake is van een procedure waarvoor vertegenwoordiging door een advocaat verplicht is. Uit hetgeen klager in zijn beklag en bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft aangevoerd kan het hof dat evenmin. Dit leidt ertoe dat het hof het beklag van klager ongegrond zal verklaren.

    BESLISSING

Het Hof van discipline:

verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland van 25 april 2014 ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. L. Ritzema, A.B.A.P.M. Ficq, A.D.R.M. Boumans en J. Italianer, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2014.