Rechtspraak
Uitspraakdatum
17-09-2014
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2014:235
Zaaknummer
OB 239 - 2014
Inhoudsindicatie
Klager stelt deken net in de gelegenheid onderzoek te doen naar de klacht. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Beslissing van 17 september 2014
in de zaak OB 239-2014
naar aanleiding van de klacht van:
klager
tegen:
verweerders
De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant van 26 augustus 2014, met bijlagen, door de raad ontvangen op 27 augustus 2014.
1. FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:
1.1 Klager heeft bij brief dd. 20 mei 2014 aan de Raad van Discipline in het ressort ’s-Gravenhage, een klacht ingediend tegen verweerders. De griffier van de raad van discipline in het ressort ’s-Gravenhage heeft voormelde brief van klager bij brief dd. 27 mei 2014 aan de raad van discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch doorgezonden. Aangezien verweerster sub 1 deken is van de orde van advocaten in het arrondissement Zeeland West-Brabant en verweerder sub 2 plaatsvervangend deken van dit arrondissement heeft de voorzitter van de raad de klacht bij beslissing dd. 7 juli 2014 verwezen naar de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Oost-Brabant, verder te noemen de deken, teneinde de klacht te onderzoeken en af te handelen.
1.2 Klager heeft aan de deken te kennen gegeven dat hij niet wenste dat de klacht door hem zou worden onderzocht en afgehandeld. Klager stelde zich op het standpunt dat niet de deken maar de raad van Discpline zijn klacht dient te onderzoeken en af te handelen. Klager deelde voorts mede dat de klacht niet door de raad van discipline in het ressort te ‘s-Hertogenbosch maar door een raad van discipline in een ander ressort diende te worden onderzocht.
1.3 De deken heeft de raad bij brief dd. 26 augustus 2014 bericht dat hij gezien de opstelling van klager niet in staat werd gesteld om op voet van het bepaalde in de artikelen 46c, lid 4 en 46d en 46e van de Advocatenwet een onderzoek in te stellen naar de klacht van klager en deze af te handelen, onder retourzending van de stukken aan de raad.
2. ontvankelijkheid van de klacht
2.1 Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.
2.2 Ingevolge het bepaalde in artikel 46c van de Advocatenwet verwijst de voorzitter van de raad een tegen een (plaatsvervangend) deken ingediende klacht naar een deken van een andere orde in zijn ressort, teneinde de klacht te onderzoeken en af te handelen op een wijze als in de artikelen 46c, 46d en 46e van de Advocatenwet omschreven.
2.3 De raad van discipline neemt een klacht pas in behandeling nadat deze door een deken in zijn ressort op een wijze als in de artikelen 46c, 46d en 46e van de Advocatenwet omschreven is onderzocht en afgehandeld. Het moge zo zijn dat klager wenst dat zijn klacht wordt onderzocht door een raad van discipline in een ander ressort dan het ressort ’s-Hertogenbosch, maar klager miskent hiermee de wettelijke procedure zoals deze is vastgelegd in voormelde artikelen van de Advocatenwet.
2.4 Nu klager de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Oost-Brabant niet in de gelegenheid heeft gesteld zijn klacht te onderzoeken en af te handelen op een wijze als in de artikelen 46c, 46d en 46e van de Advocatenwet omschreven, kan de raad zich geen oordeel vormen over de klacht van klager, reden waarom klager door de raad niet kan worden ontvangen in zijn klacht. De voorzitter zal de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk afwijzen.
BESLISSING
De voorzitter:
wijst de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk af.
Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 17 september 2014 .
griffier voorzitter
De beslissing is bij gebreke aan een postadres aan de zijde van klager op
telefonisch aan klager kenbaar gemaakt,
en in afschrift per gewone post op 30 september 2014
verzonden aan:
- verweerders
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant.
Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant binnen veertien dagen na telefonische bekendmaking van de beslissing respectievelijk verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van de telefonische bekendmaking respectievelijk verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.
Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:
a. Per post
Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad.
Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:
Postbus 3115, 4800 DC Breda
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.
c. Per fax
Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.