Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

19-05-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2014:156

Zaaknummer

13-257

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 19 mei 2014

in de zaak 13-257

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 19 november 2013 op de klacht van:

mevrouw X

wonende te A

klaagster

tegen:

mr. Y

advocaat te B

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 18 oktober 2013, door de raad ontvangen op 21 oktober 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 19 november 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 21 november 2013 is verzonden aan klaagster.

1.3    Bij e-mail van 29 november 2013 (door de raad ontvangen op 30 november 2013), heeft klaagster tijdig verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 10 maart 2014 in aanwezigheid van klaagster bijgestaan door haar echtgenoot, en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift. Voorafgaande aan de zitting heeft de raad een brief van verweerster ontvangen van 26 februari 2014, waarin zij nog eens uiteen zet waarom de klacht van klaagster in haar visie ongegrond moet worden verklaard.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klaagster in verzet in zoverre niet opkomt.

3    VERZET

In haar verzetschrift herhaalt klaagster haar bezwaren tegen het optreden van verweerster zoals uiteengezet in haar klachten en licht deze nader toe.

4    BEOORDELING

4.1    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2    Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

    verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. K.H.A. Heenk, voorzitter, mrs. B.E.J.M. Tomlow, K.F. Leenhouts, C.J. Lunenberg-Demenint, R.P.F. van der Mark , leden, bijgestaan door mr. A.M. van Rossum als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 19 mei 2014.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 19 mei 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klaagster

en per gewone post aan:

-    verweerster

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Midden-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.