Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-07-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2014:181

Zaaknummer

05/13

Inhoudsindicatie

Verweerder heeft gemotiveerd bestreden dat hij zou hebben gezegd dat klagers in hun recht stonden door te weigeren de woning te ontruimen. Verweerder kon slechts een verlenging van de ontruimingstermijn bewerkstelligen. Daarna heeft verweerder op correcte wijze kenbaar gemaakt zijn diensten niet langer aan klagers te willen verlenen ondermeer vanwege intimiderend gedrag van een van de klagers. De klachten zijn daarom ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 4 juli 2014

in de zaak 05/13

naar aanleiding van de klacht van:

 

mevrouw [    ] en de heer [    ]

klagers

 

tegen:

mr. [    ]

verweerder

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 14 januari 2013 met kenmerk 011/012 KG050, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord- Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 9 mei 2014 in aanwezigheid van verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van het van de deken ontvangen dossier.

 

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Verweerder heeft klagers rechtshulp verleend op basis van gefinancierde rechtshulp bij onder meer een huurprobleem en geschillen met de gemeente over een uitkering.

2.3    Bij brief 10 april2012 hebben klagers zich bij de deken beklaagd over verweerder.

 

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij de problemen van klagers alleen maar erger heeft gemaakt. Hij heeft zijn toezegging dat zij niet uit hun huis zouden worden gezet niet kunnen waarmaken, bovendien heeft hij de problemen van klagers alleen maar erger gemaakt.

3.2    Ook de problemen met de Sociale Dienst heeft hij niet opgelost.

3.3    En tot slot is hij zomaar met zijn werkzaamheden voor klagers gestopt.

 

4    VERWEER

4.1    Verweerder heeft verweer gevoerd tegen een verzoek tot ontruiming van de door klagers bewoonde woning. Dit heeft geleid tot een verlenging van de gevorderde ontruimingstermijn. Verweerder heeft nooit beweerd dat klagers in hun recht stonden. Toen een verdere verlenging van de ontruimingstermijn niet mogelijk bleek, heeft verweerder nog gepoogd via de woningbouwvereniging iets te regelen.

4.2    Er liepen twee procedures namens klager K. bij de gemeente. In beide procedures werden de bezwaren afgewezen.

Direct na afloop van de procedures bij de gemeente heeft verweerder aan klagers kenbaar gemaakt geen nieuwe dossiers van hen in behandeling te willen nemen. De samenwerking met klagers verliep uiterst stroef. Bovendien gedroeg klager G. zich uiterst intimiderend.

 

5    BEOORDELING

De raad acht de klacht in al haar onderdelen ongegrond. De klachten van klagers zijn door verweerder voldoende gemotiveerd bestreden. Klagers hebben hun klachten niet nader onderbouwd, zodat de raad tot het oordeel komt dat verweerder niet onbetamelijk heeft gehandeld.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

Verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. F. P. Dresselhuys - Doeleman, voorzitter, mrs. E. van Asselt – Pronk, M.L.C.M. van Kalmthout, W.H. Kesler, G.E.J. Kornet, leden, bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin – van den Akker als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 juli 2014.

 

griffier                                        voorzitter                           

 

Deze beslissing is in afschrift op 7 juli 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klagers

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klagers

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda.

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

 

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl