Rechtspraak
Uitspraakdatum
13-01-2014
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2014:10
Zaaknummer
OB 197 - 2013
Inhoudsindicatie
Verweerder heeft, na een eerste gesprek met klager, geen werkzaamheden verricht en niet gereageerd op verzoeken van klager om contact.
Inhoudsindicatie
Klacht gegrond. Maatregel: berisping.
Inhoudsindicatie
Uitspraak
Beslissing van 13 januari 2014
in de zaak OB 197 - 2013
naar aanleiding van de klacht van:
A.
klager
tegen:
B.
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 14 juni 2013 met kenmerk nr. 48-13-072K, door de raad ontvangen op 17 juni 2013, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Oost-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 18 november 2013 in aanwezigheid van klager. Verweerder is zonder bericht van verhindering niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van de brief van de deken van 14 juni 2013 met bijlagen.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
2.1 Klager heeft in juni 2012 aan verweerder een zaak met betrekking tot een verzoek wijziging/nihilstelling alimentatie in behandeling gegeven. Bij e-mail van 14 september 2012 vraagt klager aan verweerder wat de stand van behandeling is. Bij e-mail van 27 november 2012 stuurt klager een brief die hij van het L. heeft ontvangen aan verweerder en geeft klager aan dat hij hoopt snel het concept verzoek tot verlaging van de alimentatie te mogen ontvangen. Bij e-mail van 18 maart 2013 stuurt klager een rappèl aan verweerder en vraagt hij om informatie over de stand van zaken, alsmede om een dossier met stukken aan hem terug te zenden. Bij e-mail van 15 april 2013 stuurt klager wederom een rappèl aan verweerder. Ook hierop blijft iedere reactie uit. Klager heeft zich vervolgens bij brief gedateerd op 29 april 2013, door de deken ontvangen op 23 april 2013, met de onderhavige klacht tot de deken gewend.
3 klacht
De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
verweerder in de verzoekschriftprocedure tot wijziging/nihilstelling van de alimentatie ten behoeve van klagers ex-echtgenoot taal nog teken heeft gegeven, terwijl klager wel de eigen bijdrage ten bedrage van € 786,00 aan verweerder heeft betaald.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft, ondanks diverse verzoeken van de deken om een reactie, niet op de klacht van klager gereageerd. Verweerder is evenmin verschenen bij de mondelinge behandeling van de klacht.
5 BEOORDELING
5.1 Uit de hiervoor omschreven feiten blijkt dat verweerder gedurende een ruime periode, van juni 2012 tot en met april 2013, ondanks vele schriftelijke verzoeken van klager nagenoeg niets van zich heeft laten horen, noch heeft verweerder voor klager kenbare werkzaamheden verricht. Genoemde feiten en omstandigheden laten geen andere conclusie toe dan dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar tekort is geschoten in zijn zorgplicht jegens klager. Zulks geldt temeer nu verweerder ook niet heeft gereageerd op de vele verzoeken van de deken om een reactie op de klacht en niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling van de klacht bij de raad.
6. MAATREGEL
De raad is van oordeel dat, gezien de ernst van het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, geen lichtere dan de hierna te melden maatregel kan worden opgelegd.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart de klacht gegrond en legt terzake aan verweerder op de maatregel van berisping.
Aldus gewezen door mevrouw mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. P.J.W.M. Theunissen, L.B.M. Caudri, A.J. Sol, L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. C.M. van den Reek als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 13 januari 2014.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 14 januari 2014
per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door :
- verweerder
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
en voor zover de klacht ongegrond is verklaard tevens door:
- klager
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant.
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl.
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl