Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-09-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:228

Zaaknummer

L 220 - 2014

Inhoudsindicatie

 Eerdere tuchtrechtelijke beslissing dat advocaat niet verplicht is steeds alle brieven van de wederpartij van zijn cliënt te beantwoorden geldt eveneens voor toekomstige brieven van die wederpartij. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Beslissing van  11   september 2014

in de zaak L 220-2014

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

 

klager

 

tegen:

 

verweerder

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg van 11 augustus 2014 met kenmerk DOK 14-122 , door de raad ontvangen op 12 augustus 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

    1.1         Klager is verwikkeld in een juridisch geschil met de cliënten van verweerder betreffende de verhuur van een klager in eigendom toebehorend kantoorpand te Maastricht.

    1.2         Klager heeft zich op 8 en 15 mei 2014 beklaagd over het optreden van verweerder. Klager heeft zich al eerder beklaagd over het optreden van verweerder, bij de raad bekend onder referentienummers L 137-2014 en L 221-2014. De klachten in klachtzaak L 137 - 2014 zijn door de voorzitter van de raad bij beslissing dd. 28 mei 2014 als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager heeft tegen de beslissing van de voorzitter geen verzet bij de raad gedaan. De klachten in klachtzaak L 221-2014 zijn door de voorzitter van de raad bij beslissing dd. heden als kennelijk niet-ontvankelijk respectievelijk kennelijk ongegrond afgewezen.

    1.2         De deken heeft klager bij brief dd. 22 mei 2014 verzocht de omschrijving van zijn klachten te verduidelijken alsmede te vermelden op welke feiten zijn klacht berust. De deken heeft klager de gelegenheid geboden het verzuim te herstellen.

    1.3         Klager heeft vervolgens handgeschreven notities op een faxschrijven aan de deken toegezonden.

    1.4         De deken heeft de brieven van klager bij brief dd. 11 augustus 2014 aan de raad toegezonden, met de mededeling dat de klacht in de al moeilijk leesbare notities wederom onvoldoende wordt gespecificeerd en voor zover de klacht er op ziet dat verweerder brieven van klager niet beantwoordt, deze klacht al aan de orde is gesteld in klachtzaak L 137-2014 en de bij gelijke datum aan de raad toegezonden klachtzaak, bij de raad bekend onder referentienummer L 221-2014.

 

2.           ONTVANKELIJKHEID VAN DE KLACHT

2.1         Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

2.2         Een klacht kan alleen dan in behandeling worden genomen indien deze voldoende duidelijk is omschreven en indien concreet wordt aangegeven op welke feiten en gedragingen van de beklaagde advocaat de klacht betrekking heeft. Hoewel klager door de deken uitdrukkelijk is uitgenodigd en in de gelegenheid is gesteld zijn klacht nader te omschrijven, heeft klager volstaan met het aanleveren van nauwelijks leesbare handgeschreven notities, zonder daarbij concreet aan te geven op welke feiten en gedragingen van verweerder de klacht betrekking heeft.

2.3         Voor zover uit voormelde brieven van klager al moet worden begrepen dat de klacht betrekking heeft op het niet beantwoorden van brieven van klager door verweerder, overweegt de voorzitter dat hierop reeds is beslist bij beslissing van de voorzitter in klachtzaak L 137-2014 dd. 28 mei 2014. Ook in klachtzaak L 221-2014 heeft klager zich er opnieuw over beklaagd dat verweerder zijn brieven niet beantwoordt. Evenals in de beslissing in klachtzaak L 221-2014 dd heden overweegt de voorzitter dat, hoewel de klachten in deze klachtzaak betrekking hebben op andere brieven dan de brieven waarop klachtzaak L 137-2014 betrekking had; de overwegingen van de voorzitter in zijn beslissing dd. 28 mei 2014 eveneens gelden voor toekomstige brieven van klager aan verweerder. Een klacht waarop onherroepelijk is beslist, kan niet opnieuw ter beoordeling aan de tuchtrechter worden voorgelegd. Voor het overige zijn uit de aan de deken toegestuurde klachtbrieven geen concreet aangeduide klachten af te leiden.

2.5         De voorzitter zal de klacht op grond van het bovenstaande als kennelijk niet-ontvankelijk afwijzen.

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk af.

 

Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op  11  september 2014.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 16 september 2014

 

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klager

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.

 

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.