Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

17-01-2014

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2014:2

Zaaknummer

6797

Inhoudsindicatie

Bekrachtiging ongegrondverklaring. Klachten over dienstverlening.

Uitspraak

 

Beslissing van 17 januari 2014

in de zaak 6797

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klaagster

tegen:

verweerster

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 16 april 2013, onder nummer 12-322A, aan partijen toegezonden op 16 april 2013, waarbij klaagster voor wat betreft klachtonderdeel a niet-ontvankelijk is verklaard en de klachtonderdelen b, c en d ongegrond zijn verklaard.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klaagster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 15 mei 2013 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van verweerster;

- de e-mail van klaagster d.d. 6 juli 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 22 juli 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 29 juli 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 7 oktober 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 25 oktober 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 26 oktober 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 28 oktober 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 28 oktober 2013;

- de brief van klaagster d.d. 28 oktober 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 29 oktober 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 30 oktober 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 31 oktober 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 1 november 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 3 november 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 4 november 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 5 november 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 7 november 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 7 november 2013;

- de e-mails van klaagster d.d. 11 november 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 12 november 2013;

- de e-mail van klaagster van 13 november 2013;

- de e-mail van klaagster van 14 november 2013

- de e-mail van klaagster d.d. 15 november 2013;

- de e-mail van klaagster d.d. 15 november 2013.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 15 november 2013, waar verweerster met haar gemachtigde zijn verschenen.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, voor zover in hoger beroep aan de orde en zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in art. 46 Advocatenwet doordat:

a. verweerster de behandeling van de zaak van klaagster zonder medeweten van klaagster van mr. S. heeft overgenomen terwijl klaagster een dag vóór de zitting van 18 april 2012 nog een gesprek had gehad met mr. S. en verweerster al de vierde advocaat van het kantoor was die haar bijstond.

b. (…);

c. verweerster de wederpartij van klaagster, de woningstichting, niet goed heeft geïnformeerd over de betalingsregeling die klaagster met de woningstichting wenste te treffen, althans dat verweerster zonder overleg met de opvolgend advocaat van klaagster de woningstichting onjuist heeft geïnformeerd over de betalingsregeling;

d. verweerster niet het volledige dossier van klaagster aan de opvolgend advocaat van klaagster heeft overgedragen.

 

4 FEITEN

 In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5 BEOORDELING

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klaagster tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

 

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 16 april 2013, onder nummer 12-322A, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.

Aldus gewezen door mr. P.M.A. de Groot-van Dijken, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, A.B.A.P.M. Ficq, G.R.J. de Groot en J.R. Krol, leden, in tegenwoordigheid van

mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2014.