Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

06-06-2014

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2014:136

Zaaknummer

7019

Inhoudsindicatie

Klacht over kwaliteit dienstverlening en onvoldoende communicatie ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 6 juni 2014

in de zaak 7019

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort

’s-Hertogenbosch (verder: de raad) van 9 december 2013, onder nummer ZWB 115 2013, aan partijen toegezonden op 10 december 2013, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard. 

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRSCHE:2013:143

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op

7 januari 2014ter griffie van het hof ontvangen. Het hof heeft voorts kennis genomen van de stukken van de eerste aanleg.

2.2 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 31 maart 2014, waar klager en verweerder zijn verschenen. Klager heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1) verweerder een schikking heeft getroffen voor een bedrag van €90.000,00, terwijl klager een bedrag aan schadevergoeding wenste te ontvangen van €110.543,18;

2) verweerder de belangen van klager niet goed heeft behartigd en onvoldoende met klager heeft gecommuniceerd. Verweerder heeft, zonder klager daarin te betrekken, onderhandeld met de wederpartij en heeft klager vervolgens geconfronteerd met een eindbod.

4 FEITEN

 In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5 BEOORDELING

5.1 De raad heeft in de overwegingen 5.3 en 5.4 gemotiveerd uiteengezet dat de in deze procedure aangevoerde feiten de aangevoerde klachten niet onderbouwen. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere overwegingen en conclusies dan door de raad in zijn  beslissing weergegeven. Het hof neemt daarom deze beslissing over.

5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s Hertogenbosch van 9 december 2013, gewezen onder nummer ZWB 115 2013.

 

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. A.B.A.P.M. Ficq, P.T. Gründemann, G.J. Niezink, en H.J. de Groot, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2014.