Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

06-10-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2014:244

Zaaknummer

R. 4467/14.53

Inhoudsindicatie

Het betreft een verzetbeslissing. Er wordt geklaagd over de eigen advocaat. De raad onderschrijft de beoordeling van de plaatsvervangend voorzitter.

Inhoudsindicatie

Het verzet is ongegrond.

Uitspraak

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 26 februari 2014 met kenmerk K435 2014, door de raad ontvangen op 27 februari 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 20 maart 2014 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 21 maart 2014 aan partijen is verzonden.

1.3 Bij brief gedateerd 26 maart 2014, ontvangen op 28 maart 2014, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 7 juli 2014 in aanwezigheid van klager met zijn gemachtigde, mevrouw F., en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van:

 - de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

   de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

 - het verzetschrift van klager d.d. 26 maart 2014.

 

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan:

2.1 Verweerder heeft klager bijgestaan in een hoger beroep tegen een strafrechtelijke veroordeling wegens onder meer mensenhandel en verkrachting.

2.2 Bij e-mailbericht van 13 december 2013 heeft de gemachtigde van klager een klacht tegen verweerder ingediend.

 

3 KLACHT EN VERZET

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2 Klager verwijt verweerder meer in het bijzonder dat hij:

a) zich onvoldoende van zijn taken zou hebben gekweten en klager valse hoop zou hebben gegeven;

b) in eerste instantie heeft aangegeven dat de zaak minstens € 100.000,00 zou gaan kosten. Toen bleek dat klager geen financiële middelen had om dergelijke bedragen te kunnen voldoen zou verweerder zonder daarvoor werkzaamheden te verrichten 40 uren vergoed hebben gekregen van de Raad voor Rechtsbijstand;

c) verzuimd heeft de aangeefster van de verkrachting tijdens een verhoor het vuur aan de schenen te leggen, terwijl dit op voorhand wel zo was besproken;

d) verzuimd heeft ontbrekende stukken uit het dossier op te vragen;

e) verzuimd heeft, in strijd met de daarover gemaakte afspraken, naar een pro forma zitting te gaan, terwijl klager daar om gezondheidsredenen zelf niet toe in staat was;

f) niets ondernomen heeft om verlof te regelen voor klager en verzuimd heeft mr. S., die de cassatieprocedure zou behandelen, te informeren over de merites van de zaak.

Naar de mening van klager heeft verweerder hem schade berokkend en dient hij daarvoor te worden gecompenseerd.

3.3 In het verzet heeft klager zich beperkt tot de beslissingen van de voorzitter betreffende de klachtonderdelen b, c, d en f.

 

4 BEOORDELING

4.1 Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de raad de beoordeling van de plaatsvervangend voorzitter. Hetgeen klager in het verzet heeft aangevoerd is niet meer dan een uitwerking en herhaling van de eerdere klacht en dit leidt niet tot een ander oordeel dan de plaatsvervangend voorzitter heeft gegeven.

 

5 BESLISSING

De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, mrs. P.O.M. van Boven-de Groot, W.P. Brussaard, R. de Haan, J.P. Heinrich, leden, bijgestaan door mr. A.H. van Haga als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van

6 oktober 2014.

griffier voorzitter                     

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 8 oktober 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.