Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

30-12-2014

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2014:313

Zaaknummer

7205

Inhoudsindicatie

Geen beroep mogelijk tegen de beslissing van de raad waarin het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad ongegrond is verklaard. Vezet tegen de beslissing van de voorzitter van het hof ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 31 oktober 2014

in de zaak 7205

naar aanleiding van het verzet van:

klager

tegen:

verweerders

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 4 juli 2014, nummer 53a/13, aan partijen toegezonden op 8 juli 2014, waarbij het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 13 juni 2013 ongegrond is verklaard.

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRARL:2014:251.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    Bij beslissing van 4 augustus 2014 heeft de voorzitter van het hof klager kennelijk niet-ontvankelijk geoordeeld in zijn hoger beroep en dat hoger beroep op die grond afgewezen. Een afschrift van deze beslissing is aan partijen toegezonden op

4 augustus 2014.

2.2    De verzetschriftuur van klager is door de griffie van het hof ontvangen op 14 augustus 2014. Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 22 september 2014, waarbij klager is verschenen.

2.3    Het hof heeft bij zijn beslissing acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben. Het verzet strekt tot gegrondbevinding daarvan.

3    DE BEOORDELING

3.1    Naar aanleiding van het verzet overweegt het hof als volgt. Artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet bepaalt dat tegen een beslissing van de Raad van Discipline waarbij het verzet tegen een beslissing van de voorzitter van de raad ongegrond of niet ontvankelijk wordt verklaard geen rechtsmiddel openstaat. Het hof oordeelt dat de voorzitter van het hof dit terecht heeft overwogen in zijn beslissing van 4 augustus 2014.

3.2    Dit betekent dat aan klager niet de mogelijkheid toekomt om hoger beroep in te stellen tegen de beslissing van de raad. De voorzitter van het hof heeft dus terecht geoordeeld dat klager niet kan worden ontvangen in het door hem ingestelde beroep. Het verzet van klager dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

        

verklaart het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van  4 augustus 2014 ongegrond.

Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. A.B.A.P.M. Ficq, A.D. Kiers-Becking, A.A.H. Zegers en N.H. van Everdingen, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2014.