Rechtspraak
Uitspraakdatum
11-09-2014
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2014:227
Zaaknummer
L 241 - 2014
Inhoudsindicatie
Eerdere tuchtrechtelijke beslissing dat advocaat niet verplicht is steeds alle brieven van de wederpartij van zijn cliënt te beantwoorden geldt eveneens voor toekomstige brieven van die wederpartij. Leugenachtig optreden niet aangetoond. Klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk, gedeeltelijk kennelijk ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 11 september 2014
in de zaak L 241- 2014
naar aanleiding van de klacht van:
klager
tegen:
verweerder
De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg van 28 augustus 2014 met kenmerk DOK 14-053 , door de raad ontvangen op 29 augustus 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
1. FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:
1.1 Verweerder treedt in een huurgeschil op als advocaat van de wederpartij van klager.
2. KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
1. verweerder niet, zoals door klager verzocht, voor 15 maart 2014 heeft gereageerd op brieven van klager;
2. verweerder tijdens de zitting van de raad van discipline tijdens de mondelinge behandeling van de klachtzaken L 77-2013 en L249-2013 leugenachtig optrad.
3. VERWEER
3.1 De klachten van klager zijn reeds onderwerp van discussie geweest bij diverse gelegenheden en instanties.
4. BEOORDELING
4.1 Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.
4.2 Verweerder trad op als advocaat van de wederpartij van klager. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht geldt als uitgangspunt dat aan de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënten te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot tenzij de belangen van de wederpartij nodeloos zouden worden geschaad.
4.3 Klager heeft al eerder klachten tegen verweerder ingediend over het niet beantwoorden van brieven door verweerder. Deze klachtzaken zijn bij de raad bekend onder referentienummer L 77 en 249-2013 en L135 en 136 -2014. Uit de overwegingen van de beslissingen van de raad respectievelijk van de voorzitter van de raad in voormelde klachtzaken volgt dat een advocaat niet is gehouden steeds alle brieven van een wederpartij van zijn cliënt te beantwoorden. De klachten betreffende het niet beantwoorden van brieven zijn in bovenvermelde klachtzaken door de raad respectievelijk de voorzitter als (kennelijk) ongegrond afgewezen. Thans dient klager opnieuw klachten in over het niet beantwoorden van zijn brieven door verweerder. De voorzitter overweegt dat, hoewel de klachten in deze klachtzaak betrekking hebben op andere brieven dan de brieven waarop voormelde klachtzaken betrekking hadden, de overwegingen van de raad en de voorzitter in de respectieve beslissingen dd. 12 en 28 mei 2014 eveneens gelden voor toekomstige brieven van klager aan verweerder. Een klacht waarop onherroepelijk is beslist, kan niet opnieuw ter beoordeling aan de tuchtrechter worden voorgelegd. De voorzitter zal klachtonderdeel 1 daarom als kennelijk niet -ontvankelijk afwijzen.
4.4 Klager heeft geen concrete feiten of omstandigheden naar voren gebracht, noch enig bewijs daarvan overgelegd, waaruit blijkt dat er sprake was van leugenachtig optreden door verweerder tijdens de zitting dd. 10 maart 2014 van de raad van Discpline. Nu niet is komen vast te staan dat het door klager vermeend tuchtrechtelijk handelen heeft plaatsgevonden, zal het tweede onderdeel van de klacht niet tot gegrondheid kunnen leiden, op grond waarvan de voorzitter het tweede onderdeel van de klacht als kennelijk ongegrond zal afwijzen.
BESLISSING
De voorzitter:
wijst onderdeel 1 van de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk af;
wijst onderdeel 2 van de klacht als kennelijk ongegrond af.
Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 11 september 2014.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 16 september 2014
per gewone en per aangetekende post verzonden aan:
- klager
per gewone post verzonden aan:
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.
Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.
Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:
a. Per post
Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad.
Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:
Postbus 3115, 4800 DC Breda
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.
c. Per fax
Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.