Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

12-08-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2014:211

Zaaknummer

14-043NH

Inhoudsindicatie

Verzetbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Verweerder zou zorg voor de behartiging van de aan hem toevertrouwde belangen hebben geschonden, de aan hem verstrekte opdracht op onzorgvuldige wijze hebben neergelegd, en ook overigens niet gehandeld hebben als een behoorlijk advocaat betaamt. Verweerder heeft opdracht niet aanvaard. Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 12 augustus 2014

in de zaak 14-043NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 11 maart 2014 op de klacht van:

de heer

klager

tegen:

mr.

advocaat te

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 17 februari 2014 aan de raad van discipline met kenmerk rm/np-md/13-414, door de raad ontvangen op 18 februari 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 11 maart 2014 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: "de voorzitter") de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 11 maart 2014 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 20 maart 2014, door de raad ontvangen op 21 maart 2014, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 10 juni 2014 in aanwezigheid van verweerder. Klager was met bericht van verhindering afwezig. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 20 maart 2014.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2 De plaatsvervangend voorzitter zou ten onrechte tot het oordeel zijn gekomen dat verweerder de opdracht van klager niet heeft aanvaard, en dat het vertrouwen tussen klager en verweerder verloren zou zijn gegaan. Voorts zou verweerder hebben meegewerkt aan het belemmeren van de gang van klager naar de rechter, hetgeen de plaatsvervangend voorzitter zou hebben miskend.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, mrs. R. Lonterman, H.B. de Regt, K. Straathof en S. Wieberdink, leden, bijgestaan door mr. R.L.M.M. Tan als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 12 augustus 2014.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 12 augustus 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland.     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.