Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-09-2014

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2014:242

Zaaknummer

7256

Inhoudsindicatie

Appel niet-ontvankelijk o.g.v. art. 46h lid 4 Adv. wet.

Uitspraak

Beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van

het Hof van Discipline

van 4 september 2014

in de zaak 7256

naar aanleiding van het hoger beroep:

klager

tegen:

verweerder

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

De plaatsvervangend voorzitter van het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch  (verder: de raad) van 22 april 2014, onder nummer OB199-2013, aan partijen toegezonden op 22 april 2014, waarbij het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 27 juni 2013 ongegrond is verklaard.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 21 augustus 2014 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    De plaatsvervangend voorzitter van het hof heeft voorts kennis genomen van de beslissing van de voorzitter van de raad van 27 juni 2013, en het verzetschrift van klager van 12 juli 2013, ontvangen door de griffie van de raad op 15 juli 2013.

3    DE BEOORDELING

3.1        Artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet bepaalt dat geen rechtsmiddel openstaat tegen een beslissing van de Raad van Discipline tot niet-ontvankelijkverklaring of ongegrondverklaring van het verzet, gedaan tegen een beslissing van de voorzitter van die raad waarbij een klacht als kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond dan wel van onvoldoende gewicht is afgewezen.

3.2    Dit betekent, dat de Advocatenwet aan klager niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen van de bestreden beslissing van de raad.

    BESLISSING

De plaatsvervangend voorzitter van het Hof van Discipline, op vorenvermelde gronden beslissende:

wijst af het door klager tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch van 22 april 2014, gewezen onder nummer OB199 2013, ingestelde hoger beroep

Aldus beslist op 5 juni 2014 door mr. G.J. Driessen-Poortvliet

Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen na verzending van het afschrift schriftelijk verzet worden gedaan bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van veertien dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient Uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

Verzet dient te worden ingesteld door middel van een verzetschrift, waarin de gronden voor het verzet zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

Het verzetschrift dient in zevenvoud te worden ingediend.

Het Hof van Discipline is gevestigd te Breda aan Thorbeckeplein 8.

Het postadres van het Hof van Discipline is: Postbus 9679, 4801 LT  BREDA.

Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is 076 5484607.