Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

12-08-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2014:210

Zaaknummer

14-046A + 14-047A + 14-048A + 14-049A + 14-050A + 14-051A

Inhoudsindicatie

Verzet. Klacht tegen advocaten wederpartij wegens verschillende wisselingen van de behandelend advocaat en het gebruik van een geheim adres. Geen nieuwe gezichtspunten. Verzet is ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 12 augustus 2014

in de zaken 14-046A, 14-047A, 14-048A,

14-049A, 14-050A en 14-051A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 20 maart 2014 op de klacht van:

mevrouw drs.

klaagster

tegen:

1.  mr.

2.  mr.

3.  mr.

4. 

5.  mr.

6. 

advocaten te Amsterdam    

verweerders

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 19 februari 2014 met kenmerk 4013-1137, door de raad ontvangen op 20 februari 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 20 maart 2014 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: "de voorzitter") de klacht op twee onderdelen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en heeft de klacht voor het overige kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 20 maart 2014 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 2 april 2014, door de raad per fax ontvangen op 2 april 2014, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 16 juni 2014 in aanwezigheid van klaagster en verweerders, sub 1, 2 en 5.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klaagster van 2 juni 2014, de fax van klaagster van 4 juni 2014 en de pleitnotities van klaagster en gemachtigde die tijdens de zitting zijn voorgedragen.

2 FEITEN EN KLACHT

Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2 Klaagster is wel ontvankelijk. Zij heeft geen algemeen belang, maar een individueel belang bij behandeling van de klacht. Het gaat niet om naleving van de regelgeving in algemene zin, maar om een schending door verweerders waar klaagster direct de dupe van is.

3.3 De voorzitter heeft niet juist beoordeeld of verweerders een onvolledige voorstelling van zaken hebben gegeven en bewust gevoerde correspondentie hebben verzwegen.

3.4 Klaagster is wel in haar belangen geschaad door het gebruik van haar adres door verweerders. Als gevolg daarvan zal zij weer moeten verhuizen om haar adresgegevens veilig te stellen.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden, gedeeltelijk kennelijk ongegrond en gedeeltelijk niet-ontvankelijk bevonden.

4.2 Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. D.H. Steenmetser-Bakker, voorzitter, mrs. E.C. Gelok, S. van Andel, G.J.W. Pulles en A.M. Vogelzang, leden, bijgestaan door mr. A.C. Beijering-Beck als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 12 augustus 2014.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 12 augustus 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

en per gewone post aan:

- klaagster

- verweerders

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam.     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.