Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

22-12-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2014:400

Zaaknummer

14-196

Inhoudsindicatie

Klacht tegen advocaat wederpartij in een echtscheidingsprocedure kennelijk ongegrond. Op geen enkele wijze is gebleken dat verweerster onwaarheden heeft verkondigd.

Uitspraak

Beslissing van 22 december 2014

in de zaak 14-196

 naar aanleiding van de klacht van:

De heer [naam]

[adres]

klager

tegen:

mr. [naam]

advocaat te [plaats]

verweerster

De voorzitter van de raad van discipline (hierna “de voorzitter”) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland van 5 december 2014 met kenmerk 14-0030 door de raad ontvangen op 8 december 2014, en van de stukken die zijn vermeld op de zich bij deze brief bevindende inventarislijst en zijn genummerd van 1 tot en met 4.

1    FEITEN

1.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2    Verweerster staat als advocaat de ex-echtgenote van klager bij in de tussen klager en zijn ex-echtgenote aanhangige procedure tot echtscheiding met nevenvoorzieningen.

1.3    Bij beschikking d.d. 9 oktober 2013 is door de rechtbank Midden-Nederland  de echtscheiding uitgesproken tussen klager en zijn ex-echtgenote en heeft de rechtbank een aantal nevenvoorzieningen vastgesteld.

1.4    Op 4 november 2013 heeft de deurwaarder op verzoek van de ex-echtgenote van klager een afschrift van de echtscheidingsbeschikking aan klager betekend.

1.5    Bij de stukken bevindt zich een uitdraai van een e-mailbericht dat klager op 19 september 2013 aan verweerster heeft gestuurd.  In dat e-mailbericht heeft klager verweerster onder meer verzocht de echtscheidingsprocedure op te schorten. Hij gaf daarbij aan van oordeel te zijn dat het huwelijk tussen hem en zijn ex-echtgenote niet is ontwricht. Verweerster heeft op deze e-mail niet gereageerd.

1.6    Op 19 november 2013 heeft klager verweerster nogmaals een e-mail gestuurd. Deze e-mail luidt als volgt:

“Geachte mevrouw [naam verweerster],

Ik heb op mijn e-mail van 19 sept j.l. aan u (hieronder) nog geen antwoord van u ontvangen, en u hebt kenneljk evenmin aan mijn duidelijk gemotiveerde verzoeken daarin voldaan. Dat is niet alleen vreemd en onbeschaafd, maar daarmee bezorgt u mij ook een aanzienlijk nadeel.

Uw onjuiste weergave van de feiten hebt u kennelijk ook niet herroepen bij diegenen, aan wie u ze gestuurd hebt. Intussen kan ik u melden dat ik mijn vrouw behalve 1000 euro in juni, ook nog 3 weken geleden 800 euro – mijn gehele AOW – heb overgedragen.

Verder hebt u nagelaten een poging tot mediation tussen mijn vrouw en mij tot stand te brengen. Ik vraag mij daardoor af, of u haar belang wel echt dient. Mijn vrouw stelt zich op een voor mij onbegrijpelijk onbuigzaam standpunt.

Mocht ik van u geen inhoudelijke reactie per e-mail van u krijgen binnen vijf werkdagen, dan zal ik een klacht naar de deken sturen.

Hoogachtend,

[naam klager]”

1.7    Bij brief van 28 januari 2014 heeft klager de onderhavige klacht bij de deken ingediend.

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door:

onwaarheden te verkondigen.

2. 2     Ter toelichting op de klacht stelt klager dat verweerster de volgende onwaarheden over hem heeft gedebiteerd. Verweerster heeft gesteld:

-    dat hij geen inkomen zou hebben;

-    dat hij ‘binnenvalt’ in de echtelijke woning;

-    dat hij in de garage wilde wonen.

 2.3    Klager stelt dat de onder 2.2 genoemde stellingen niet juist zijn. Hij kon geen advocaat vinden zodat zijn belang niet vertegenwoordigd is in de echtscheidingsprocedure. Verweerster wist daarvan, zo stelt klager.

3    VERWEER

3.1    Het verweer komt aan de orde bij de bespreking van de diverse klachtonderdelen.

4    BEOORDELING

4.1    Op de klacht kan, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, door de voorzitter worden beslist.

4.2    Het is vaste jurisprudentie van het hof van discipline dat bij de beoordeling van een klacht over het optreden van de advocaat van de tegenpartij ervan behoort te worden uitgegaan, dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt, en dat deze vrijheid niet ten gunste van een tegenpartij mag worden beknot. Die vrijheid is niet onbeperkt; deze kan in een aantal gevallen worden ingeperkt, onder meer indien de advocaat feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn. De voorzitter zal de handelwijze van verweerster aan deze maatstaf toetsen.

4.3    Op geen enkele wijze is gebleken dat verweerster feiten heeft geponeerd waarvan zij wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat deze in strijd met de waarheid zijn. Het enkele feit dat klager het niet eens is met een aantal stellingen die verweerster namens haar cliënte heeft ingenomen betekent niet dat dat wel het geval is.

4.4    Het feit dat klager geen advocaat kon vinden om zijn belangen te behartigen betekent niet dat verweerster een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van het feit dat zij de echtscheidingsprocedure namens haar cliënte heeft doorgezet. Verweerster heeft onweersproken gesteld dat zij klager heeft uitgelegd hoe de procedure zou verlopen en dat hij een eigen advocaat kon inschakelen indien hij het niet eens was met de inhoud van het verzoekschrift. Het is de taak van verweerster om de belangen van haar cliënte te behartigen. Zij hoefde geen rekening te houden met het feit dat klager geen advocaat kon vinden.

4.5    De klacht is derhalve kennelijk ongegrond.

BESLISSING

Wijst de klacht af.

Aldus gewezen door mr. K.H.A. Heenk, voorzitter, met bijstand van mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier op 22 december 2014.

griffier     voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 22 december 2014 per aangetekende post en per gewone post verzonden aan:

•    klager

en per gewone post aan:

•    verweerster

•    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

•    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten