Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

01-12-2014

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2014:381

Zaaknummer

7241

Inhoudsindicatie

Verzet door klager te laat ingesteld. Niet-ontvankelijk in zijn verzet. Geen verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding.

Uitspraak

Beslissing van 1 december 2014

in de zaak 7241

naar aanleiding van het verzet van:

klager

tegen:

verweerder

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort

´s-Gravenhage (verder: de raad) van 7 juli 2014, nummer R.4390/13.297, aan partijen toegezonden op 8 juli 2014, waarbij de klacht van klager tegen verweerder gegrond is verklaard en verweerder de maatregel van waarschuwing is opgelegd.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    Klager heeft bij brief gedateerd 7 juli 2014, per fax door de griffie van het hof ontvangen op 7 augustus 2014, beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad.

2.2    Bij beslissing van 20 augustus 2014 heeft de voorzitter van het hof het door klager ingestelde hoger beroep afgewezen. Een afschrift van deze beslissing is aan partijen toegezonden op 20 augustus 2014. De griffie van het hof heeft de envelop waarmee de beslissing aangetekend aan klager was verstuurd, retour ontvangen van TNT met de aantekening ”verhuisd”. Uit de detailgegevens van de zending blijkt dat de brief op 25 augustus 2014 om 15.43 uur aan het adres van klager aan de xstraat x in R. is aangeboden.

2.3    Het verzetschrift van klager is door de griffie van het hof ontvangen op 8 september 2014.

2.4    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 31 oktober 2014, waar klager is verschenen.

3    DE BEOORDELING

3.1    De termijn waarbinnen klager verzet kon instellen tegen de beslissing van de voorzitter van het hof bedraagt op grond van artikel 56 b lid 1 van de Advocatenwet 14 dagen, te rekenen vanaf de dag van verzending. Dat betekent dat klager uiterlijk 3 september 2014 verzet in had kunnen stellen. Het verzetschrift van klager is echter na ommekomst van die termijn ontvangen.

3.2    Klager heeft bij de mondelinge behandeling op 31 oktober 2014 verklaard dat hij ongeveer 20 dagen daarvoor, derhalve in de eerste helft van de maand oktober 2014, was verhuisd vanaf het adres waarop hij door de griffier van het hof bij aangetekende brief van 20 augustus 2014 was aangeschreven. Het hof ziet geen redenen aan te nemen dat sprake is van verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding, nu klager, zoals hij zelf heeft vermeld, op het moment dat de brief door TNT aan hem werd aangeboden nog op dat adres woonachtig was. Om die reden dient het hof klager niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzet.

3.3    Ten overvloede overweegt het hof als volgt. Artikel 56h lid 1 onder a eerste liggende streepje van de Advocatenwet bepaalt dat tegen een beslissing van de raad door de klager beroep kan worden ingesteld als de raad de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond heeft verklaard. De klacht van klager is geheel gegrond verklaard en aan verweerder is een waarschuwing opgelegd. Om die reden heeft de voorzitter van het hof klager kennelijk niet-ontvankelijk geacht in zijn beroep. De voorzitter van het hof heeft dit aldus terecht overwogen in zijn beslissing van 4 augustus 2014. Dit betekent het verzet van klager, als het wel tijdig was ingediend,  ongegrond zou zijn verklaard.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzet tegen de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van  4 augustus 2014.

Aldus gewezen door mr. P.M.A. de Groot-van Dijken, voorzitter, mrs. L. Ritzema, A.R. Sturhoofd, C.A.M.J. Raymakers en M.L.J.C. van Emden-Geenen, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.A.H. Holm-Robaard, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2014.