Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

20-01-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2014:7

Zaaknummer

13-179

Inhoudsindicatie

Verzet tegen voorzittersbeslissing, waarbij klacht kennelijk ongegrond is verklaard, is ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 20 januari 2014

in de zaak 13-179

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 2 september 2013 op de klacht van:

klager

tegen:

advocaat te [X]

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 12 augustus 2013 met kenmerk K 13/77, door de raad ontvangen op dezelfde datum, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 2 september 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op dezelfde datum is verzonden aan klager.

1.3    Bij brief van 8 september 2013,  door de raad ontvangen op 10 september 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 4 november 2013 in aanwezigheid van mr. K.H.A. Heenk, voorzitter, mrs. E. Bige, J.R.O. Dantuma, I.P.A. van Heijst en G.R.M. van den Assum, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet, van de brief van 12 augustus 2013 van de deken en van de bij deze brief gevoegde stukken alsmede van het verzetschrift van klager van 8 september 2013.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2    De door klager gehuurde woning is in de zeventiger jaren gebouwd. De woning is in het geheel niet geïsoleerd. Daardoor is er sprake van extreem warmteverlies en een ondeugdelijke ventilatie. Ondanks herhaalde verzoeken heeft de woningbouwvereniging niets gedaan om de woning te verbeteren. Noodgedwongen heeft hij daarom zelf werkzaamheden aan de woning laten verrichten. De kosten daarvan heeft hij aan de woningbouwvereniging in rekening gebracht.

3.3    In 2008 kwam de woningbouwvereniging met een renovatieplan. Er zou dubbele beglazing worden aangebracht. Ook zouden nieuwe kozijnen worden geplaatst. Omdat dit zijn problemen niet zou oplossen, was hij niet bereid mee te werken aan de renovatie. De rechter heeft echter bepaald dat hij mee moest werken aan de renovatie van zijn woning.

3.4    Verweerster heeft zijn belangen tijdens de comparitie niet goed behartigd. Zij had meer stelling moeten nemen tegen de rechter, die blijk gaf van partijdigheid. Dat verweerster zijn belangen niet naar behoren heeft behartigd, blijkt uit de wijze waarop de procedure is geëindigd.

3.5    Ten onrechte heeft verweerster erkend dat er sprake was van een huurachterstand. De huurachterstand had hij verrekend met zijn vordering op de woningbouwvereniging wegens het bouwrapport dat hij heeft laten opstellen en de werkzaamheden die hij zelf aan de woning heeft laten verrichten.

3.6    Hij betaalde zijn huur al jaren aan het eind van de maand omdat hij zijn AOW-uitkering ook aan het eind van de maand ontvangt.

3.7    Hij heeft verweerster op de hoogte gesteld van de eerder door hem gevoerde procedure en ook het bouwrapport heeft hij aan haar overhandigd.

3.8    Verweerster had als zijn advocaat aan hem behoren voor te stellen een wrakingsverzoek in te dienen.

3.9    Verweerster had hem niet naar een andere advocaat mogen verwijzen om hoger beroep in te stellen.

4    BEOORDELING

4.1    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij haar beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. K.H.A. Heenk, voorzitter, mrs. E. Bige, J.R.O. Dantuma, I.P.A. van Heijst en G.R.M. van den Assum, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 20 januari 2014.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 20 januari 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

en per gewone post aan:

-    verweerster

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.