Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-10-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2014:311

Zaaknummer

R. 4410/13.317

Inhoudsindicatie

Verzet. Klacht tegen bewindvoerder schuldenaar klager. De raad verenigt zich met de beoordeling van de klacht door de plaatsvervangend voorzitter. Verzet ongegrond.

Uitspraak

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 11 december 2013 met kenmerk R 12/13/141 ml/edl, door de raad ontvangen op 12 december 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 10 januari 2014 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 13 januari 2014 aan partijen is verzonden.

1.3 Bij faxbrief van 22 januari 2014, door de raad per post ontvangen op 23 januari 2014, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Bij faxbrief d.d. 7 april 2014, door de raad per post ontvangen op 8 april 2014, heeft klager een aanvulling op het verzetschrift gestuurd en tevens om een versnelde behandeling gevraagd.

1.5 Bij faxbrief van 8 mei 2014, door de raad per post ontvangen op 13 mei 2014, heeft klager zijn verzet nader toegelicht en om versnelde behandeling verzocht.

1.6 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 25 augustus 2014 in aanwezigheid van klager. Verweerder is met voorafgaand bericht niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.7 De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Verweerder is bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling van mevrouw A., die op 31 januari 2012 op basis van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (“Wsnp”) is uitgesproken.

2.3 Klager is schuldeiser van mevrouw A.

2.4 Bij brief van 19 juli 2013 heeft klager verweerder verzocht informatie te verstrekken en kopieën van het eerste en het tweede verslag toe te zenden.

2.5 Bij brief met bijlagen van 29 oktober 2013 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

 

3 KLACHT EN VERZET

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij geen duidelijkheid geeft, noch klager informeert over de stand van zaken in de schuldsanering van mevrouw A. Klager verwijt verweerder voorts dat hij hem het originele vonnis niet toestuurt. Klager stelt daar recht op te hebben omdat hij van mening is dat mevrouw A. niet op juiste gronden is toegelaten tot de Wsnp.

3.2 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de klachtgronden door de voorzitter van de Raad onjuist zijn geïnterpreteerd of zeer eenzijdig in de beoordeling zijn betrokken waardoor de klacht niet juist is beoordeeld dan wel dat de klacht vooringenomen is beoordeeld.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de Raad hierna waar nodig zal ingaan.

 

5 BEOORDELING

5.1 De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de voorzitter dit onder nummer 3.1 en 3.2 van de bestreden beslissing heeft vermeld.

5.2 De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de onderdelen van de klacht dan die van de voorzitter. Van een onjuiste of vooringenomen beoordeling is niet gebleken. De raad verenigt zich met de beoordeling van de voorzitter van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.

 

7 BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. M.G. van den Boogerd, W.J. Hengeveld, P.J.E.M. Nuiten en P.C.M. van Schijndel, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 27 oktober 2014.

griffier voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 28 oktober 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.