Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

17-03-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2014:40

Zaaknummer

13-171

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 17 maart 2014

in de zaak 13 - 171

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 11 september 2013 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 14 augustus 2013, door de raad ontvangen op 15 augustus 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement [X] de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 11 september 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen, welke beslissing op 11 september 2013 is verzonden aan klager.

1.3    Bij brief van 20 september 2013, door de raad ontvangen op 23 september 2013, heeft klager tijdig verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 27 januari 2014 in aanwezigheid van partijen en de heer [K], die na de belofte te hebben afgelegd voor klager is opgetreden als tolk.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 20 september 2013 en de door hem ter zitting overgelegde e-mail correspondentie pagina’s 1 t/m 8.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2    Het gespreksverslag van [lid van de raad van toezicht] mr. [Y] van 24 mei 2013 is erg onvolledig.  Hoewel klager hem bij brief d.d. 31 mei 2013 heeft verzocht 8 belangrijke passages te corrigeren heeft mr. [Y] geen enkele verbetering aangebracht.

3.3    Mr. [Y] heeft de raad niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken gestuurd.

3.4    [A] had niet het recht de voor hem bestemde post die door de douane was geopend af te geven aan iemand anders, ook niet aan de receptie van het AZC waar hij toen verbleef. [A] heeft zelfs zijn naam en handtekening vervalst. Desalniettemin heeft verweerster niets gedaan en hem geadviseerd een zaak in Londen aanhangig te maken omdat de enveloppe daar was geopend.

4    BEOORDELING

4.1    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert – ook niet de door klager ter zitting overgelegde correspondentie - is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. K.H.A. Heenk, voorzitter, mrs. G.R.M. van den Assum, I.P.A. van Heijst, E.A.T.M. Steverink en E.J. Verster, leden, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 17 maart 2014.

griffier    voorzitter