Rechtspraak
Uitspraakdatum
25-08-2014
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2014:266
Zaaknummer
7079
Inhoudsindicatie
Klacht tegen advocatenkantoor over onvoldoende actie na aansprakelijkstelling niet-ontvankelijk. Te lang gewacht.
Uitspraak
Beslissing van 25 augustus 2014
in de zaak 7079
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerders
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort
’s-Hertogenbosch (verder: de raad) van 27 januari 2014, onder nummer: L177-2013, aan partijen toegezonden op 27 januari 2014, waarbij een klacht van klager tegen verweerders niet-ontvankelijk is verklaard.
De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRSHE:2014:16.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 27 februari 2014 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van verweerders;
- brief van klager aan het hof van 7 mei 2014;
- brief van klager aan het hof ontvangen 5 juni 2014.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 23 juni 2014, waar klager en namens verweerders mr. X. zijn verschenen. Beide partijen hebben een pleitnota overgelegd.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen als bedoeld in artikel 46 van de Advocatenwet doordat:
1. verweerder sub 1 heeft getalmd met het doorgeleiden van de schadeclaim naar de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar;
2. verweerder sub 1 de zaak heeft doorgeschoven naar de vestiging M.;
3. verweerders niet zelf contact met de verzekeraar hebben opgenomen, maar dit hebben overgelaten aan klager zelf;
4. verweerders zich niet hebben ingespannen om de nodige informatie aan de verzekeraar door te geven;
5. de vermelding Y., Y., Y. & Y. Advocaten niet overeenstemt met de werkelijkheid.
4 FEITEN
In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5 BEOORDELING
5.1 In het appelschrift heeft klager medegedeeld dat zijn hoger beroep niet is gericht tegen de beslissing van de raad op klachtonderdeel 5. Ter zitting heeft klager voorts medegedeeld dat zijn klachten niet gericht zijn tegen mr. … Y..
5.2 Voor het overige heeft de behandeling niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. Het behoort niet tot de taken van het Hof om de deken de opdracht te geven een procedure uit hoofde van de artikelen 60a en volgende van de Advocatenwet te beginnen.
5.3 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
- verstaat dat klager tegen mr. …. Y. geen klacht heeft ingediend;
en
- bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch van 27 januari 2014, gewezen onder nummer L177-2013.
Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, A.B.A.P.M. Ficq, H.J. de Groot en J.R. Krol, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2014.