Rechtspraak
Uitspraakdatum
20-01-2014
ECLI
ECLI:NL:TADRARN:2014:6
Zaaknummer
13-141
Inhoudsindicatie
Verzet tegen voorzittersbeslissing, waarbij de klacht van de cliënte over de wijze waarop verweerster zich heeft onttrokken aan de zaak en over de wijze waarop verweerster communiceerde en haar aanpak kennelijk ongegrond is verklaard, is ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 20 januari 2014
in de zaak 13-141
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 16 juli 2013 op de klacht van:
klaagster
tegen:
advocaat te [X]
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 14 juni 2013 met kenmerk K 13/03, door de raad ontvangen op 17 juni 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 16 juli 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht afgewezen, welke beslissing op 17 juli 2013 is verzonden aan klaagster.
1.3 Bij brief van 25 juli 2013, door de raad ontvangen op 29 juli 2013, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 4 november 2013 in aanwezigheid van mr. K.H.A. Heenk, voorzitter, mrs. E. Bige, J.R.O. Dantuma, I.P.A. van Heijst en G.R.M. van den Assum, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.4 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken, die de deken bij zijn brief van 14 juni 2013 heeft gevoegd alsmede van het verzetschrift van klager van 25 juli 2013 met bijlage en van de brieven van de echtgenoot van klaagster van 25 augustus 2013, 1 en 8 september 2013 en 15 oktober 2013.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klaagster in verzet in zoverre niet opkomt.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.
3.2 Uit de beslissing van de voorzitter blijkt dat hij de klacht niet serieus heeft genomen. De voorzitter heeft onverbloemd partij gekozen voor verweerster.
3.3 De vertrouwensbreuk is door verweerster geïnitieerd. Met name de gang van zaken rond de toegezegde akte kan de toets der kritiek niet doorstaan. Verweerster heeft zonder overleg op de valreep besloten af te zien van het nemen van de akte. Aldus heeft zij opzettelijk naar een vertrouwensbreuk toegewerkt.
3.4 Niet verweerster maar klaagster heeft veel over haar kant moeten laten gaan doordat verweerster aantoonbaar steken heeft laten vallen. Verweerster communiceerde slecht en ging eigenzinnig te werk. Klaagster heeft haar daarom noodgedwongen moeten corrigeren en omdat verbetering uitbleef veranderde na verloop van tijd de toonzetting van de correspondentie.
3.5 Dat de zaak goed werd behandeld was van groot belang voor klaagster en vele lotgenoten met haar en ook voor het beschikbaar komen van PTED als operatiemethode.
4 BEOORDELING
4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval.
4.2 De raad begrijpt dat klaagster van verweerster verwachtte dat zij voorafgaande aan de comparitie een akte zou nemen. Verweerster heeft daar evenwel bij nader inzien van afgezien en aangekondigd dat zij de stukken, die zij van klaagster had ontvangen, tijdens de comparitie aan de orde zou stellen. Omdat verweerster als advocaat de regie over de zaak had, heeft zij aldus mogen besluiten, maar daarover diende zij wel zorgvuldig te communiceren met klaagster. Voor zover verweerster op het punt van de communicatie met betrekking tot het afzien van het nemen van de akte in enigerlei mate tekort is geschoten, is dit mede gezien de voor het overige zeer uitvoerige en zorgvuldige communicatie met klaagster onvoldoende om tot een ander oordeel dan dat van de voorzitter te komen. De door klaagster aangevoerde gronden kunnen niet slagen en de voorzitter heeft de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3 Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. K.H.A. Heenk, voorzitter, mrs. E. Bige, J.R.O. Dantuma, I.P.A. van Heijst en G.R.M. van den Assum, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 20 januari 2014.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 20 januari 2014 per aangetekende brief verzonden aan:
- klaagster
en per gewone post aan:
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.