Rechtspraak
Uitspraakdatum
22-10-2014
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2014:256
Zaaknummer
L 270 - 2014
Inhoudsindicatie
Na drieënhalf jaar ingediende klacht niet binnen redelijke termijn ingediend. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Beslissing van 2014
in de zaak L 270-2014
naar aanleiding van de klacht van:
klager
tegen:
verweerster
De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg van 13 oktober 2014 met kenmerk DOK 14-049 , door de raad ontvangen op 14 oktober 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
1. FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:
1.1 Verweerster heeft klager in de periode 21 oktober 2009 – 19 januari 2011 in een echtscheidingsperiode bijgestaan.
1.2 Klager heeft zich per e-mail dd. 20 september 2013 bij het kantoor van verweerster beklaagd over het optreden van verweerster. Op 6 maart 2014 heeft klager een klacht over het optreden van verweerster bij de deken ingediend.
2. KLACHT
De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
verweerster in de echtscheidingsprocedure heeft verzuimd een echtscheidingsconvenant op te stellen en zij geen voorlopige voorzieningen heeft aangevraagd. De echtscheidingsprocedure heeft veel te lang geduurd.
3. VERWEER
Primair:
3.1 Klager heeft zich te laat met zijn klacht tot de deken gewend, op grond waarvan van een inhoudelijke behandeling van de klacht dient te worden afgezien.
4. ONTVANKELIJKHEID VAN DE KLACHT
4.1 Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.
4.2 In het tuchtrecht voor advocaten bestaan geen algemene termijnen voor verjaring of verval betreffende het indienen van een klacht bestaan. Bij de beoordeling van een verweer tot niet-tijdige indiening van een klacht moeten twee belangen tegen elkaar worden afgewogen, enerzijds de rechtszekerheid voor de advocaat dat door hem verrichte werkzaamheden na het verstrijken van een redelijke termijn niet meer ter discussie zullen worden gesteld en anderzijds het maatschappelijk belang dat het optreden van een advocaat door de tuchtrechter getoetst kan worden. Daarbij is van belang op welk tijdstip klager kennis heeft gekregen van het door hem gewraakte handelen van de advocaat en de vraag of de advocaat door het tijdsverloop in zijn verdediging is belemmerd. De voorzitter zal de ontvankelijkheid van de klacht aan de hand van dit uitgangspunt beoordelen.
4.3 Klager heeft zich twee en een half jaar nadat verweerster haar werkzaamheden voor klager in diens echtscheidingsprocedure heeft beëindigd bij het kantoor van verweerster beklaagd over het optreden van verweerster en drie jaar na de beëindiging van de werkzaamheden met een klacht tegen verweerster tot de deken gewend. Klager heeft geen concrete feiten en omstandigheden aangevoerd, waaruit blijkt dat hij zich niet eerder met een klacht tot de deken heeft kunnen wenden. Klager heeft evenmin aannemelijk gemaakt op grond waarvan het noodzakelijk was het verloop van andere procedures, waarbij verweerster niet als advocaat betrokken was, af te wachten, alvorens zich met een klacht tegen verweerster tot de deken te kunnen wenden.
4.4 Nu klager drie jaar heeft gewacht met het indienen van zijn klacht en niet is gebleken dat klager zich op goede gronden niet eerder met een klacht tot de deken heeft kunnen wenden, is geen sprake van indiening van de klacht binnen een redelijke termijn en zal de voorzitter de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk afwijzen.
BESLISSING
De voorzitter:
wijst de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk af.
Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrere-Straetmans, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 22 oktober 2014.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 28 oktober 2014
per gewone en per aangetekende post verzonden aan:
- klager
per gewone post verzonden aan:
- verweerder
per email verzonden aan:
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.
Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.
Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:
a. Per post
Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad.
Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:
Postbus 3115, 4800 DC Breda
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.
c. Per fax
Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.