Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

28-10-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2014:266

Zaaknummer

R. 4631/14.216

Inhoudsindicatie

Klacht client jegens advocaat.

Inhoudsindicatie

Verweerder heeft in een e-mail aan de client geschreven: “Op 10 december a.s. zal ik mij, om redenen u bekend en mede vanwege uw telefonische bedreiging aan mij persoonlijk gericht van vrijdag jl., als uw advocaat onttrekken.”.

Inhoudsindicatie

Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder zich met deze enkele mededeling niet schuldig gemaakt aan laster of smaad, noch is op basis van de inhoud van deze mail van enig klachtwaardig gedrag aan de zijde van verweerder gebleken.

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk ongegrond.

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

 

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennis genomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam van 1 oktober 2014 met kenmerk R 2014/80 edl, door de raad ontvangen op 2 oktober 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Verweerder heeft klager bijgestaan in verschillende procedures tegen zijn voormalig franchisegever.

1.3 Verweerder heeft in het najaar van 2013 aangegeven dat zijns inziens sprake was van een vertrouwensbreuk, waarna hij zijn werkzaamheden voor klager heeft beëindigd.

1.4 Klager heeft op 6 september 2013 een klacht ingediend tegen verweerder met betrekking tot zijn (inhoudelijke) werkzaamheden, deze klacht is bij de deken bekend onder nummer B 12/13/196 respectievelijk R. 2014/81 edl.

1.5 Bij e-mail van 6 december 2013 heeft klager een klacht tegen verweerder ingediend.

 

2 KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder dat hij klager ten onrechte in e-mails verwijt dat hij zich dreigend heeft uitgelaten. Klager meent dat verweerder zich daarmee schuldig maakt aan laster/smaad.

 

3 BEOORDELING

3.1 Verweerder heeft gesteld dat hem niet duidelijk is aan welke e-mail berichten klager refereert. Verweerder heeft in één e-mail bericht gerefereerd aan een telefonische bedreiging van klagers zijde. Verweerder heeft de betreffende mail in kopie aan de deken doen toekomen. In deze e-mail is opgenomen: “Op 10 december a.s. zal ik mij, om redenen u bekend en mede vanwege uw telefonische bedreiging aan mij persoonlijk gericht van vrijdag jl., als uw advocaat onttrekken.”.

3.2 Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder zich met deze enkele mededeling niet schuldig gemaakt aan laster of smaad, noch is op basis van de inhoud van deze mail van enig klachtwaardig gedrag aan de zijde van verweerder gebleken.

3.3 Gelet op het voorgaande dient de klacht kennelijk ongegrond te worden verklaard.

 

BESLISSING

Wijst de klacht als kennelijk ongegrond af

 

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 28 oktober 2014

griffier  voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 29 oktober 2014  per aangetekende post verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.       

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen  klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Den Haag, Postbus 85850, 2508 CN Den Haag (fax: 070-3501024). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.