Rechtspraak
Uitspraakdatum
23-06-2014
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2014:145
Zaaknummer
7050
Inhoudsindicatie
Hof bekrachtigt uitspraak met schorsing van 3 maanden wegens het onder zich houden van geld van de cliënt en weigering het teveel betaalde te restitueren.
Uitspraak
Beslissing van 23 juni 2014
in de zaak 7050
naar aanleiding van het hoger beroep van:
verweerster
tegen:
klager
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 10 januari 2014, onder nummer 167/12, aan partijen toegezonden op 13 januari 2014, waarbij een klacht van klager tegen verweerster gegrond is verklaard en de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van drie maanden is opgelegd.
De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:TADRARL:2014:50.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij verweerster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 10 februari 2014 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 25 april 2014, waar klager is verschenen. Verweerster was met bericht afwezig.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
Verweerster ten onrechte het door klager betaalde voorschot van € 930,00 onder zich houdt terwijl een toevoeging is verstrekt met een eigen bijdrage van € 125,00. Vereerster weigert het teveel betaalde aan klager te restitueren. Dit zelfde verwijt heeft klager richting mr. B. gemaakt als patroon van verweerster.
4 FEITEN
In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5 BEOORDELING
5.1 De raad heeft in de overwegingen 5.2 en 5.3 gemotiveerd uiteengezet dat de in deze procedure aangevoerde feiten de aangevoerde klachten niet onderbouwen. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere overwegingen en conclusies dan door de raad in zijn beslissing weergegeven. Het hof neemt daarom deze beslissing over.
5.2 De grieven van verweerster tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 10 januari 2014, gewezen onder nummer 167/12.
Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, A.D.R.M. Boumans, C.A.M.J. Raymakers en D.J. Markx, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 23 juni 2014.