Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

24-02-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2014:54

Zaaknummer

14-022A

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Toetsing echtheid van een in een bij de civiele rechter aanhangige zaak overgelegd stuk niet thuishoort in een tuchtprocedure.

Uitspraak

Beslissing van 24 februari 2014

in de zaak 14-022A

naar aanleiding van de klacht van:

B.V.

Gemachtigde: mr.

klaagster

tegen:

mr.

advocaat te Amsterdam     

verweerder

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam van 28 januari 2014 met kenmerk 4013-1159, door de raad ontvangen op 30 januari 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 De cliënt van verweerder heeft met klaagster een koopovereenkomst gesloten ter zake de aankoop van een personenauto. De cliënt van verweerder stelt na de levering van de auto een aantal gebreken te hebben geconstateerd, waarna verweerder klaagster op verzoek van zijn cliënt in rechte heeft betrokken.

1.3 Bij de inleidende dagvaarding heeft verweerder een kopie van een koopovereenkomst als productie in het geding gebracht.

1.4 Bij brief van 22 oktober 2013 heeft de gemachtigde van klaagster de onderhavige klacht ingediend. 

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder opzettelijk de rechtbank heeft geprobeerd op het verkeerde been te zetten.

2.2 Ter toelichting heeft klaagster gesteld dat verweerder een kopie van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst in het geding heeft gebracht waarbij essentiële delen van de geldende afspraken onleesbaar zijn gekopieerd en het aldus heeft doen voorkomen alsof deze afspraken er niet zijn.

3 VERWEER

3.1 Verweerder heeft opgemerkt dat een dispuut omtrent de echtheid van een in het geding gebracht stuk thuishoort in een bodemprocedure. Verder heeft verweerder gesteld dat klaagster in het bezit is van het originele exemplaar van de koopovereenkomst en deze aldus zelf in het geding kan brengen. De cliënt van verweerder heeft slechts een roze-kleurige kopie van de koopovereenkomst, een doorzichtig zogenaamd vloeipapier dat zich kennelijk moeilijk leent voor een kopie. Verweerder heeft aangeboden het origineel mee naar de zitting te nemen en klaagster uitgenodigd haar exemplaar ook mee te nemen. Ten slotte heeft verweerder opgemerkt dat indien klaagster zich ergert aan de niet goed leesbare kopie het op haar weg had gelegen dit standpunt op een andere wijze kenbaar te maken. Tot slot heeft verweerder aangegeven dat klaagster inmiddels een eigen exemplaar van de overeenkomst in het geding heeft gebracht.. Van onduidelijkheden is dus geen sprake meer.

4 BEOORDELING

4.1 Met verweerder is de voorzitter van oordeel dat de vraag omtrent de echtheid van een in een bij de civiele rechter aanhangige zaak overgelegd stuk niet thuishoort in een tuchtprocedure. Het is aan de civiele rechter en niet aan de tuchtrechter om daarover te oordelen. Verder is het de voorzitter niet gebleken dat verweerder opzettelijk heeft geprobeerd de rechtbank te misleiden. Hij had slechts een moeilijk kopieerbaar doorslag van de overeenkomst en had aangeboden het origineel mee naar de zitting te nemen. Van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is dan ook geen sprake. De klacht is mitsdien kennelijk ongegrond.

BESLISSING

De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J. Blokland, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. L.H. Rammeloo als griffier op 24 februari 2014.

griffier  voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 25 februari 2014 per aangetekende post verzonden aan:

- klaagster 

en per gewone post aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klaagster en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam, Postbus 75265, 1070 AG Amsterdam (fax: 020-7954275). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.