Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

28-04-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:95

Zaaknummer

X 76 - 2014

Inhoudsindicatie

Geen feiten of gronden gesteld of aangetoond waarop de vermeende klacht is gebaseerd.  Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

Uitspraak

 

Beslissing van 28 april 2014

in de zaak X 76-2014

naar aanleiding van de klacht van:

 

klagers

 

tegen:

 

verweerster

gemachtigde:

 

 

 

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de navolgende stukken:

-       de brief van de griffier van het Hof van Discipline dd. 26 maart 2014, door de raad ontvangen op 27 maart 2014;

-       de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline dd. 26 maart 2014;

-       de brief van de van deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland van 13 maart 2014 met kenmerk 2014 KNN019 , en van de daarbij gevoegde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

    1.1         Verweerster heeft namens haar cliënte X meerdere civiele procedures gevoerd tegen klagers. Verweerster vorderde namens haar cliënte betaling van onbetaald gebleven nota’s en schadevergoeding.

     1.2        Verweerster heeft namens haar cliënte op 22 februari 2010 conservatoir derdenbeslag gelegd en op 4 april 2012 executoriaal beslag.

     1.3        Klagers hebben al eerder klachten over het optreden van verweerster in haar hoedanigheid van advocaat van de wederpartij in voormelde civiele procedures tegen klagers ingediend (dossiernummers 08/09 K 061 en K 062, 011/012 KG 059 en 012/012 KG 032. Alle klachten zijn door de (voorzitter) van de raad van discipline (kennelijk) niet-ontvankelijk of (kennelijk) ongegrond verklaard. De beslissingen van de (voorzitter) van de raad van discipline zijn in verzet en in hoger beroep steeds bekrachtigd.

     1.4        Klagers hebben zich bij brief dd. 2 februari 2014 opnieuw beklaagd over het optreden van verweerster.

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweersters klagers schade heeft toegebracht door opzettelijk het recht van klagers te belemmeren, dan wel met boze opzet rechters te beliegen dan wel bedreigen.

 

3.           VERWEER

Primair:

3.1            Voor zover uit de brief dd. 2 februari 2014 al een klacht valt op te maken, betreft dit een herhaling van zetten, waarover door de tuchtrechter al meerdere malen is beslist. Klagers hebben geen nieuwe feiten gesteld of aangetoond. Klagers dienen derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard in hun klacht.

Subsidiair:

3.2            Verweerster heeft gehandeld binnen de grenzen die haar als advocaat van de wederpartij toekomen. Voor zover klagers worden ontvangen in hun klacht, dient deze als kennelijk ongegrond dan wel als van onvoldoende gewicht te worden afgewezen.

 

4.           ONTVANKELIJKHEID VAN DE KLACHT

4.1         Klagers hebben in hun brieven dd. 29 januari en 2 februari 2014 de deken om advies en ondersteuning in hun zaak tegen de cliënte van verweerster verzocht. Voormelde brieven bevatten geen behoorlijke omschrijving van het door klagers aan verweerster verweten handelen. Hoewel klagers in hun brief dd. 2 februari 2014 te kennen geven dat hun schrijven dd. 29 januari 2014 als klachtschrijven is bedoeld, worden door klagers geen feiten dan wel gronden gesteld of aangetoond waarop de door hen vermeende klacht is gebaseerd. Nu niet duidelijk is welk tuchtrechtelijk verwijt verweerster wordt gemaakt, zal de voorzitter de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk afwijzen.

4.2         De voorzitter overweegt ten overvloede dat, ook al zou uit de brieven van klagers duidelijk zijn geworden welk verwijt verweerster wordt gemaakt, dit kennelijk betrekking heeft op hetzelfde feitencomplex waarover door klagers eerder bij herhaling is geklaagd. Voor zover door klagers geen nieuwe feiten of omstandigheden worden aangetoond, mag verweerster erop vertrouwen dat de klachten tegen haar zijn afgewikkeld, zodat de klacht ook op grond daarvan als kennelijk niet-ontvankelijk dient te worden afgewezen.

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk af.

 

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrere-Straetmans, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 28 april 2014.

 

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 1 mei 2014

 

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klagers

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland.

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.        Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.