Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

26-06-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:135

Zaaknummer

ZWB 124 - 2014

Inhoudsindicatie

Een (voormalig) advocaat hoeft er na een periode van meer dan tien jaar geen rekening meer mee te houden dat zijn werkzaamheden nog ter discussie worden gesteld.

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Beslissing van 26 mei 2014

in de zaak ZWB 124-2014

naar aanleiding van de klacht van:

           

 

klager

 

tegen:

 

1.

2.

 

verweerders

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West-Brabant van 1 mei 2014 met kenmerk K14-013 , door de raad ontvangen op 2 mei 2014 , en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1          Klager heeft zich in 2002 gewend tot mr. X. Mr. X is in 2002 overleden. Verweerder sub 1 sprak klager bij brief dd. 31 maart 2003 namens de erven van mr. X aan tot betaling van een openstaande nota ad € 595,-. Verweerder sub 1 schreef voorts dat klager deze nota eerst diende te betalen voordat hij bereid was met klager overleg te plegen over zijn zaak.

1.2          Verweerder sub 2 was in de periode 2002-2006 deken van de orde van advocaten in het –voormalige- arrondissement Middelburg

1.3          Verweerders hebben inmiddels beiden hun advocatenpraktijk beëindigd.

 

 

2.           KLACHT

De voorzitter begrijpt de klacht van klager aldus dat verweerders zich voor de raad van discipline dienen te verantwoorden omdat:

verweerder sub 1 namens de erven van mr. X eerst betaling van een door klager reeds betaalde nota vorderde voordat hij iets voor klager wilde doen en verweerder sub 2 als deken verantwoordelijk was.

 

4.           BEOORDELING

4.1         Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

 

4.2         Hoewel in het tuchtrecht voor advocaten geen algemene termijnen voor verjaring of verval betreffende het indienen van een klacht bestaan brengt de  rechtszekerheid voor een advocaat met zich mee dat door hem of haar verrichte werkzaamheden na het verstrijken van een redelijke termijn niet meer ter discussie zullen worden gesteld.

 

4.3         Klager heeft in zijn brieven dd 17 en 27 januari 2014 niet duidelijk gemaakt wat hij verweerders nu precies verwijt. Wel is duidelijk geworden dat zijn klachten betrekking hebben op feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan in de periode 2002-2003. Op welke gedragingen van verweerders de klachten van klager ook betrekking hebben, klager kan hierin niet meer worden ontvangen. Een (voormalig) advocaat hoeft er na een periode van meer dan tien jaar geen rekening meer mee te houden dat zijn werkzaamheden nog ter discussie zullen worden gesteld. Op grond hiervan zal de voorzitter de klacht van klager tegen beide verweerders als kennelijk niet-ontvankelijk afwijzen.

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht tegen beide verweerders als kennelijk niet-ontvankelijk af.

 

Aldus gegeven door mr. G. Poerink, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 26 mei 2014.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 2 juni 2014

 

per gewone en per aangetekende post verzonden aan:

- klager

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerders

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West-

  Brabant.

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.