Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

10-10-2014

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2014:297

Zaaknummer

7160

Inhoudsindicatie

Ter zitting is een regeling getroffen en de klacht ingetrokken. Hof vernietigt beslissing van de raad en verstaat dat op de klacht niet meer wordt beslist.

Uitspraak

Beslissing van 10 oktober 2014

in de zaak 7160

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen:

klager

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 22 april 2014, onder nummer ZWB 245 2013, aan partijen toegezonden op 22 april 2014, waarbij van een klacht van klager tegen verweerder de onderdelen 1, 2, 3 en 4 gegrond zijn verklaard, de maatregel van enkele waarschuwing is opgelegd en de onderdelen 5, 6, 7 en 8 ongegrond zijn verklaard.

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRSHE:2014:88.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 21 mei 2014 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van klager.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 29 september 2014, waar klager, vergezeld van zijn gemachtigde, en verweerder, vergezeld van zijn gemachtigde mr. X., zijn verschenen. Mr. X. heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.

2.4    Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen een regeling getroffen onder meer inhoudend dat klager zijn klacht tegen verweerder intrekt.

3    BEOORDELING

De intrekking van de klacht door klager heeft tot gevolg dat de behandeling van de klacht wordt gestaakt, omdat het hof geen grond ziet voor een beslissing tot voortzetting daarvan als bedoeld in artikel 47a Advocatenwet. Nu de raad de klacht deels gegrond heeft verklaard, dient de beslissing van de raad te worden vernietigd.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

-    vernietigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch van 22 april 2014, onder nummer ZWB 245 2013, en

-    verstaat dat op de klacht niet meer wordt beslist.

Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. G.W.S. de Groot, E. Schutte, D.J. Markx en V. Wolting, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2014.