Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-11-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2014:297

Zaaknummer

14-026A

Inhoudsindicatie

Klager beoogt met het verzet de ingediende klachten in volle omvang aan het oordeel van de raad voor te leggen. De raad is van oordeel dat de voorzitter bij haar beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

Uitspraak

Beslissing van 4 november 2014

in de zaak 14-026A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 20 februari 2014 op de klacht van:

klager

tegen:

advocaat te

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 28 januari 2014 met kenmerk 4013-1140,  door de raad ontvangen op 30 januari 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 20 februari 2014 heeft de voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 20 februari 2014 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 5 maart 2014 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 8 september 2014.

1.5 Klager is niet verschenen. De gemachtigde van klager is vergezeld van de zuster van klager, mevrouw M.C. Reijke, verschenen. Verweerder is eveneens verschenen. Van de behandeling is geen proces-verbaal opgemaakt.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van:

-   de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken

               waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-   het verzetschrift van klager van 5 maart 2014 met bijlage;

-   de brief van de gemachtigde van klager aan de griffie van de raad

               van 28 augustus 2014 met bijlage, welke door de raad op 29

               augustus 2014 is ontvangen;

-   de spreekaantekeningen van de gemachtigde van klager.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op. 

3 VERZET

3.1 Voor de gronden van het verzet wordt verwezen  naar het verzetschrift waarin klager zijn bezwaren tegen de handelwijze van verweerder herhaalt.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij haar beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. D.H. Steenmetser-Bakker, voorzitter, mrs. S. van Andel, A. de Groot, R. Lonterman, E.M.J. van Nieuwenhuizen, leden, bijgestaan door mr. H. Oomen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 november 2014.

Griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 4 november 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het

 arrondissement Amsterdam.     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.