Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

22-10-2014

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2014:308

Zaaknummer

7305

Inhoudsindicatie

Appel van klager bevat geen gronden en is daarom niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van

het Hof van Discipline

van 22 oktober 2014

in de zaak 7305

    naar aanleiding van het hoger beroep van:

klaagster

tegen:

verweerder

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

De voorzitter van het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 2 september 2014, nummer 14-019A, aan partijen toegezonden op 2 september 2014, waarbij een klacht van klaagster tegen verweerder ongegrond is verklaard.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

De memorie waarbij klaagster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is in een envelop, gefrankeerd op 3 oktober 2014, op 6 oktober 2014 ter griffie van het hof ontvangen. Nadere stukken gestuurd in een envelop, gefrankeerd op 4 oktober 2014, zijn op 7 oktober 2014 ter griffie van het hof ontvangen.

3    DE BEOORDELING

3.1    Aangezien de beslissing van de raad op 2 september 2014 is toegezonden aan klaagster diende het appel uiterlijk 2 oktober 2014 ter griffie te zijn binnen gekomen.

3.2    Nu de appelmemorie van klaagster door de griffie van het hof is ontvangen na afloop van voormelde in artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet neergelegde termijn, is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, zodat het dient te worden afgewezen.

    BESLISSING

De voorzitter van het Hof van Discipline:

wijst af het door klaagster tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 2 september 2014, onder nummer 14-019A ingestelde hoger beroep.