Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-09-2014

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2014:243

Zaaknummer

7255

Inhoudsindicatie

Verwijzing naar andere raad o.g.v. art. 46a lid 3 Adv. wet.

Uitspraak

Beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van

het Hof van Discipline

van 4 september 2014

in de zaak 7255

in de klachtzaak van:

klagers

tegen:

verweerster

1    HET VERZOEK

De plaatsvervangend voorzitter van het hof verwijst naar de brief met bijlagen van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (verder: de deken) van 21 augustus 2014, waarin de deken het hof verzoekt de klacht voor behandeling naar een andere Raad van Discipline te verwijzen dan de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam.

2    DE BEOORDELING

De deken verzoekt een andere raad aan te wijzen voor de behandeling van de door klager tegen verweerster ingediende klacht, omdat verweerster plaatsvervangend griffier is van de raad. Gelet op het bepaalde in artikel 46a lid 3 van de Advocatenwet dient het verzoek te worden ingewilligd.

    BESLISSING

De plaatsvervangend voorzitter van het Hof van Discipline:

wijst voor de behandeling van voormelde klacht van klager tegen verweerster aan de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden.

Aldus beslist op 4 september 2014 door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, plaatsvervangend voorzitter.