Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

25-08-2014

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2014:268

Zaaknummer

7251

Inhoudsindicatie

Verwijzing naar andere raad o.g.v. art. 46a lid 3 Advocatenwet.

Uitspraak

Beslissing van de plaatsvervangend voorzitter

van het Hof van Discipline

van 25 augustus 2014

in de zaak 7251

in de klachtzaak van:

klaagster

tegen:

verweerster

1    HET VERZOEK

De plaatsvervangend voorzitter van het hof verwijst naar de brief met bijlagen van de griffier van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage (verder: de raad) van 18 augustus 2014, waarin de griffier van de raad het hof verzoekt de klacht voor behandeling naar een andere raad te verwijzen.

2    DE BEOORDELING

De griffier van de raad verzoekt een andere raad aan te wijzen voor de behandeling van de door klaagster tegen verweerster ingediende klacht, omdat verweerster plaatsvervangend lid is van de raad. Gelet op het bepaalde in artikel 46a lid 3 van de Advocatenwet dient het verzoek te worden ingewilligd.

    BESLISSING

De plaatsvervangend voorzitter van het Hof van Discipline:

wijst voor de behandeling van voormelde klacht van klaagster tegen verweerster aan de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam.

Aldus beslist op 25 augustus 2014 door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, plaatsvervangend voorzitter.