Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

01-10-2014

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2014:299

Zaaknummer

7284

Inhoudsindicatie

Geen gronden voor hoger beroep aangevoerd en daarom niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van

het Hof van Discipline

van 1 oktober 2014

in de zaak 7284

    naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

De voorzitter van het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage (verder: de raad) van 25 augustus 2014, nummer R.4415/14.1, aan partijen toegezonden op 26 augustus 2014, waarbij de klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 17 september 2014 ter griffie van het hof ontvangen.

3    DE BEOORDELING

3.1    Artikel 56 lid 3 van de Advocatenwet bepaalt dat beroep moet worden ingesteld door het indienen van een met redenen omklede memorie. Klager heeft in zijn beroepschrift in het geheel geen gronden aangevoerd. Klager dient daarom kennelijk niet-ontvankelijk te worden verklaard in dit hoger beroep

3.2    Het beroep is derhalve kennelijk niet-ontvankelijk zodat het dient te worden afgewezen.

    BESLISSING

De voorzitter van het Hof van Discipline:

wijst af het door klager tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage van 25 augustus 2014, onder nummer R.4415/14.1 ingestelde hoger beroep.