Rechtspraak
Uitspraakdatum
24-10-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2013:134
Zaaknummer
L 298 - 2013
Inhoudsindicatie
Het valt de advocaat niet te verwijten indien zijn cliënt niet rechtstreeks met de wederpartij wenst te communiceren. Klacht kennelijk ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 24 oktober 2013
in de zaak L 298-2013
naar aanleiding van de klacht van:
A.
klager
tegen:
B.
verweerster
De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg van 3 oktober 2013 met kenmerk DOK 259 , door de raad ontvangen op 4 oktober 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
1. FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:
1.1. Klager was verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. Verweerster trad in die procedure op voor de ex-echtgenote van klager.
2. KLACHT
De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
1. verweerster haar cliënte niet heeft medegedeeld dat klager, zolang er geen voorlopige voorzieningen waren getroffen, het recht had om de echtelijke woning te betreden;
2. verweerster zich niet heeft gehouden aan het door de voorzieningenrechter ter zitting dd. 13 maart 2012 gestelde;
3. verweerster ondanks de ontvangst in januari 2013 van een bericht van de advocaat van klager met foto’s, waaruit bleek dat haar cliënte de echtelijke woning in grote ravage had achtergelaten, haar cliënte er niet toe heeft bewogen hierover een gesprek met klager aan te gaan;
4. verweerster haar cliënte geen opdracht heeft gegeven om de gehele kwestie met klager separaat te bespreken.
Klager heeft ter toelichting op de klacht het volgende naar voren gebracht.
2.2 De voorzieningenrechter heeft ter zitting medegedeeld dat partijen met elkaar dienden te communiceren in een aantal partijen verdeeld houdende zaken. Die communicatie is geheel uitgebleven.
2.3 Verweerster heeft de echtscheiding ondanks protest van de wederpartij op verzoek van haar cliënte doorgezet. Er is geen normaal gesprek geweest en verweerster heeft zelf geen oplossingen aangedragen en niet willen luisteren naar door klager aangedragen oplossingen. Verweerster heeft nagelaten haar cliënte te bewegen om mee te werken aan een zodanige verkoop van de woning dat de restschuld zo klein mogelijk zou blijven.
3. VERWEER
3.1 Verweerster treedt pas sinds 6 januari 2012 op voor de wederpartij van klager, terwijl de sloten van de echtelijke woning reeds op 14 november 2011 door nieuwe sloten waren vervangen.
3.2 De voorzieningenrechter heeft verweerster niets opgedragen. Dat blijkt ook niet uit de beschikking van de voorzieningenrechter. Verweerster diende enkel de belangen van haar cliënte te behartigen. Er heeft overigens wel communicatie plaatsgevonden, zowel middels correspondentie als middels een viergesprek.
3.3 Verweerster heeft de brief van de advocaat van klager van januari 2013 nimmer ontvangen. Had zij deze ontvangen, dan zou zij deze aan haar cliënte hebben doorgeleid. Verweerster was niet in de positie haar cliënte te dwingen om een gesprek met klager aan te gaan.
4. BEOORDELING
4.1 Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.
4.2 Verweerster trad op als de advocate van de ex-echtgenote van klager, derhalve van de wederpartij van klager in de procedure. Als zodanig had verweerster een grote mate van vrijheid om de belangen van haar cliënte te behartigen.
4.3 Bij de beoordeling van een klacht over het optreden van de advocaat van de wederpartij behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekwam om de belangen van zijn of haar cliënt(e) te behartigen op een wijze die hem of haar passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Hierbij dient in aanmerking te worden genomen dat in een procedure en zeker in een familierechtelijke procedure, de emoties tussen partijen hoog kunnen oplopen. In het algemeen zullen de standpunten die de advocaat van de wederpartij inneemt, dan wel diens aanpak van de zaak de andere partij niet welgevallig zijn. Dat betekent echter niet dat die advocaat de grens heeft overschreden van hetgeen hem als advocaat tegenover de wederpartij van zijn cliënt vrijstond.
4.4 Uit de aan de raad overgelegde stukken is niet gebleken dat verweerster de vrijheid die haar als advocaat van de wederpartij van klager vrijstond, heeft overschreden. Het moge zo zijn dat klager teleurgesteld was in de opstelling van zijn ex-echtgenote niet rechtstreeks met klager te communiceren, van deze opstelling valt verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt te maken. Verweerster heeft overeenkomstig haar opdracht het standpunt van haar cliënte te kennen gegeven en de belangen van haar cliënte behartigd, waarbij zij in overleg met haar cliënte de wijze van aanpak heeft bepaald.
4.5 Nu verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt valt te maken, zal de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afwijzen.
BESLISSING
De voorzitter:
wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.
Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 24 oktober 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 28 oktober 2013
per gewone en per aangetekende post verzonden aan:
- klager
per gewone post verzonden aan:
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.
Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.
Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:
a. Per post
Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad.
Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:
Postbus 3115, 4800 DC Breda
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.
c. Per fax
Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.