Rechtspraak
Uitspraakdatum
25-11-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2013:153
Zaaknummer
L 220 - 2013
Inhoudsindicatie
Niet tijdig CCV aangifte gedaan. Gelet op de omstandigheden en het gegeven dat de indiening van het dekenbezwaar en de CCV opgave elkaar hebben gekruist, acht de raad oplegging van een maatregel evenwel thans niet geboden.
Inhoudsindicatie
Bezwaar gegrond; geen maatregel
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Uitspraak
Beslissing van 25 november 2013
in de zaak L 220-2013
naar aanleiding van het bezwaar van:
A.
deken
tegen:
B.
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 16 juli 2013 met kenmerk DOK 282, door de raad ontvangen op 17 juli 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg zijn bezwaar ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Het bezwaar is behandeld ter zitting van de raad van 30 september 2013 in aanwezigheid van de deken en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- de brief van de deken dd. 16 juli 2013, met bijlagen;
- de brief van de deken dd. 12 september 2013, met bijlagen;
- de brief van verweerder dd. 15 september 2013, met bijlagen.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van het bezwaar wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
2.1 De Nederlandse Orde van Advocaten heeft verweerder uitgenodigd om aangifte CCV te doen. De orde van advocaten te Limburg heeft op 31 mei 2013 per e-mail een rappel verzonden aan verweerder met het verzoek de CCV aangifte te doen. Op 24 juni 2013 werd een tweede rappel per e-mail verzonden met het verzoek per omgaande CCV aangifte te doen.
2.2 Verweerder heeft het bureau van de orde per e-mail dd. 17 juni 2013 bericht dat hij-naar hij besefte te laat- hetgeen was veroorzaakt door de Grotiusopleiding en de verwerking van de achterstand daarna, de advocatenpas had aangevraagd. Hij zegde toe de CCV te zullen invullen, zodra de advocatenpas door hem was ontvangen. Verweerder heeft eind augustus de individuele CCV aangifte gedaan.
3 bezwaar
3.1 Het bezwaar houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
verweerder ondanks verzoeken en aanmaningen daartoe in gebreke is gebleven tijdig de kantoor en individuele CCV aangifte te doen.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft in mei 2013 tevergeefs geprobeerd een advocatenpas aan te vragen. Wegens drukte in verband met een Grotiusopleiding heeft verweerder daarna niet meer aan de advocatenpas gedacht. Op 6 juni 2013 ontving verweerder een reminder van het bureau dat hij zijn pas diende aan te vragen. Direct na het Grotiusexamen heeft verweerder de advocatenpas aangevraagd en hiervan melding gemaakt aan het bureau van de orde van advocaten. Op 24 juni 2013 ontving verweerder een rappel van het bureau van de orde. Verweerder heeft bericht dat hij nog niets had vernomen op zijn aanvraag van de advocatenpas en gevraagd waar hij navraag kon doen. Het bureau van de orde heeft verweerder gebeld en een telefoonnummer verstrekt. Verweerder heeft direct gebeld. Verweerder stond wel geregistreerd, maar er was iets misgegaan bij de verzending van de code. Verweerder heeft deze enkele dagen later ontvangen en uiteindelijk kon verweerder zijn pas op 20 augustus 2013 afhalen. Inmiddels kon de CCV aangifte ook telefonisch worden afgehandeld. Verweerder heeft dit direct nadat hij dit bericht had ontvangen gedaan.
4.2 Verweerder heeft niet geweigerd om de CCV aangifte te doen. Verweerder was hiermee te laat omdat de landelijke orde de wijze van aangifte had veranderd en het niet tijdig lukte om een advocatenpas te verkrijgen. Verweerder heeft het bureau van de deken steeds op de hoogte gehouden.
5 BEOORDELING
5.1 In de advocatenwet is aan de raden van toezicht en daarmede aan de deken onder meer opgedragen een behoorlijke uitoefening van de praktijk te bevorderen en toe te zien op de naleving van de plichten van de advocaat als zodanig, terwijl zij de taken vervullen die hun bij verordeningen zijn opgelegd. Het is in dat kader dat jaarlijks aan iedere advocaat wordt verzocht CCV aangifte te doen.
5.2 Vast staat dat verweerder niet tijdig de individuele CCV aangifte heeft gedaan. Aldus is het dekenbezwaar gegrond.
6 MAATREGEL
6.1 Door niet tijdig aangifte CCV te doen, wordt de deken in diens hierboven omschreven taakuitoefening belemmerd. Het belemmeren van de deken in diens toezichthoudende taak valt een advocaat op zich tuchtrechtelijk ernstig aan te rekenen. Gelet op de door verweerder aangevoerde en hierboven weergegeven omstandigheden, acht de raad oplegging van een maatregel thans niet geboden.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het bezwaar gegrond, doch legt ter zake aan verweerder geen maatregel op.
Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. P.J.W.M. Theunissen, L.W.M. Caudri, E.J.P.J.M. Kneepkens en J.C. van den Dries, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 25 november 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 26 november 2013
per aangetekende brief verzonden aan:
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- verweerder
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl