Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-02-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2013:78

Zaaknummer

12/12

Inhoudsindicatie

Allereerst heeft de raad  de klacht, die is gericht tegen een advocatenkantoor, beoordeeld op haar ontvankelijkheid. Omdat de klacht terug te leiden is naar de individuele bestuurders van het kantoor, wordt aangenomen dat de klacht tegen hen gericht is. De klacht is dus ontvankelijk. De klacht is ook gegrond. Verweerders hadden niet zonder instemming van klager het door hem ontwikkelde, volledige juridische woordenboek op de website van hun kantoor mogen plaatsen als service voor hun cliënten. Omdat het woordenboek inmiddels is verwijderd zal er geen maatregel worden opgelegd. Voor de schadevordering dient klager een civiele procedure aanhangig te maken.

Uitspraak

Beslissing van 8 februari 2013

in de zaak 12/12

naar aanleiding van de klacht van:

 

de heer [    ]

klager

 

tegen:

[    ] Advocaten

verweerder

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 19 januari 2012 met kenmerk 010/012 KA012, door de raad ontvangen op 20 januari 2012, heeft de deken van de orde van advocaten in het (voormalige) arrondissement A. de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 7 december 2012  in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van:

-    het van de deken ontvangen dossier;

-    een brief van verweerder van 19 november 2012 met bijlagen.

1.4    Zaken die op 31 december 2012 aanhangig waren bij de raden van discipline in de ressorten Arnhem en Leeuwarden zijn op grond van de inwerkingtreding op 1 januari 2013 van de Wet Herziening Gerechtelijk Kaart voor de verdere behandeling overgedragen aan de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden. Deze zaak wordt daarom verder beslist door de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden.

 

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Verweerder heeft het door klager ontwikkelde “Woordenboek Juridische Terminologie en Politiejargon” zonder bronvermelding op zijn website geplaatst.

2.3    Bij mailbericht van 1 november 2011 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

 

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder zonder medeweten en zonder toestemming van klager het door hem ontwikkelde “Woordenboek Juridische Terminologie en Politiejargon” zonder bronvermelding op verweerders website heeft geplaatst zonder bronvermelding.

3.2    Verweerder heeft uiteindelijk na sommatie daartoe, het woordenboek van de website verwijderd, maar geweigerd een vergoeding aan klager te betalen.

 

4    VERWEER

4.1    Verweerder ontkent onrechtmatig te hebben gehandeld of  inbreuk te hebben gemaakt op auteursrechtelijke bepalingen. Ook is er geen sprake van plagiaat. Verweerder had ook geen toestemming nodig voor het plaatsen van het woordenboek op de website.

 

5    BEOORDELING

5.1    Allereerst dient de raad te beoordelen of de klacht tegen verweerder ontvankelijk is. In principe kan een klacht slechts gericht zijn tegen het handelen van een individuele advocaat. Uit de jurisprudentie blijkt, dat dit is anders kan zijn indien het gewraakte gedrag alle leden van een maatschap van advocaten kan worden aangerekend. In casu is sprake van een advocatenkantoor, dat gevoerd wordt door een besloten vennootschap, genaamd mr. S. c.s. Advocaten b.v. . Het bestuur van de vennootschap wordt gevormd door mr. X. en mr. Y. Naar het oordeel van de raad is de klacht ontvankelijk omdat bij de behandeling van de klacht ter zitting is gebleken, dat de beslissing om het woordenboek op de website te plaatsen door genoemde, verantwoordelijke, bestuurders is genomen. De klacht is terug te leiden naar de individuele bestuurders en zal dan ook als tegen hen gericht worden opgevat.

5.2    De raad is voorts van oordeel dat het gedrag van verweerder niet betamelijk is. Het gaat niet aan om zonder overleg en zonder toestemming andermans werk ten eigen voordele te benutten. Immers, verweerder heeft de teksten van het juridisch woordenboek geheel en al overgenomen en op haar website geplaatst. Daarbij heeft verweerder kennelijk de bedoeling gehad om service te verlenen aan bezoekers van de website door de mogelijkheid te bieden om de betekenis van een groot aantal juridische termen te achterhalen. Op die manier heeft verweerder echter geleund op het werk dat klager had gestoken in het verzamelen en opmaken van het woordenboek.

5.3    Het verwijzen naar het levensverhaal van klager is naar het oordeel van de raad binnen het bestek van dit geschil geheel overbodig geweest.

5.4    Mede gelet op het feit dat verweerder op eerste verzoek van klager het woordenboek van de website heeft verwijderd, acht de raad de klacht echter niet dermate ernstig dat zij een maatregel zal opleggen.

5.5    Klager staan civiele vorderingen ten dienste om zijn eventuele schade te verhalen.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

is van oordeel dat de klacht gegrond is doch legt geen maatregel op.

 

Aldus gewezen door mr. C. van den Noort, voorzitter, mrs. G.W. Brouwer, P.L.G. Buisman, H.J. Meijer, G.J. van der Veer, leden, bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin - van den Akker als plaatsvervangend griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 8 februari 2013.

 

griffier                                                           voorzitter                           

 

Deze beslissing is in afschrift op         februari 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken in de interim Raad van Toezicht in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klager

-    verweerder

-    de deken in de interim Raad van Toezicht in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl