Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-05-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4362

Zaaknummer

L44-2013

Inhoudsindicatie

Door niet althans niet inhoudelijk te antwoorden op brieven van de deken naar aanleiding van een tegen verweerder ingediende klacht en ook niet te reageren op latere verzoeken van de deken belemmerde verweerder de deken in diens taakuitoefening.

Inhoudsindicatie

Omdat in de parallel bij de raad in behandeling zijnde zaak met kenmerk L61-2013 aan verweerder een berisping is opgelegd, in deze zaak geen maatregel.

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond; geen maatregel

Uitspraak

Beslissing van 27 mei 2013

     in de zaak L44-2013

 

naar aanleiding van het bezwaar van:

 

                                        A

                       

                                        deken

 

 

                                         tegen:

                       

 

B

 

verweerder

 

 

 

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 7 februari 2013 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement L het dekenbezwaar ter kennis van de raad gebracht.

1.2         Partijen zijn opgeroepen voor de behandeling van het dekenbezwaar ter zitting van de raad van 25 maart 2013. Ter zitting zijn verschenen de deken en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3         De raad heeft kennis genomen van:

-          De brief van de deken d.d. 7 februari 2013 en de daarbij gevoegde stukken.

 

 

2        FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1     Op 14 november 2012 heeft de heer G. een klacht bij de deken ingediend tegen verweerder. De klacht luidt dat verweerder bij herhaling geen antwoord heeft gegeven aan de heer G. aangaande de vraag over de overdracht van een dossier. Bij brief d.d. 21 december 2012 heeft de deken verweerder verzocht om binnen vijf dagen op de vraag te reageren. Omdat een reactie uitbleef rappelleerde de deken verweerder bij brief van 17 januari 2013. Daarop kwam geen reactie. Ook een tweede rappel d.d. 30 januari 2013 bleef onbeantwoord.

 

3        DEKENBEZWAAR

3.1     Het dekenbezwaar houdt, zakelijk weergegeven, in: 

Op 14 november 2012 heeft de heer G. bij de deken geklaagd over nalaten door verweerder in die zin dat verweerder niet reageert op brieven van de heer G. De deken heeft zich tot verweerder gewend, maar krijgt evenmin een reactie. Ook niet na twee rappellen.

 

4        VERWEER

4.1     Verweerder erkent dat hij niet heeft gereageerd op de brieven van de deken aangaande de klacht van de heer G. Verweerder voert aan dat hij langdurig te kampen heeft gehad met psychische klachten.

 

5        BEOORDELING

 

5.1     In de Advocatenwet is aan de raden van toezicht en daarmede aan de deken onder meer opgedragen een behoorlijke uitoefening van de praktijk te bevorderen en toe te zien op de naleving van de plichten van de advocaat als zodanig terwijl zij de taken vervullen die hun bij verordeningen zijn opgelegd.

 

5.2     Bovendien heeft de wetgever in het tuchtrecht belangrijke taken voor de deken weggelegd. Zo heeft de deken de taak om een onderzoek in te stellen naar elke bij hem ingediende klacht en te trachten in der minne een schikking te bereiken. Hierdoor is het voor de deken van belang om alle feiten en omstandigheden te kennen. De advocaat tegen wie een klacht is ingediend is daarom in het algemeen, behoudens uitzonderlijke gevallen, verplicht de nodige inlichtingen aan de deken te verstrekken.

 

5.3     Het was in dat kader dat de deken verweerder vroeg hem te informeren omtrent de bij hem ingediende klacht. Door daarop niet althans niet inhoudelijk te antwoorden en ook niet te reageren op latere verzoeken van de deken belemmerde verweerder de deken in diens hiervoor omschreven taakuitoefening. Aldus handelde verweerder niet als een behoorlijk advocaat betaamt zodat het dekenbezwaar gegrond is.

          Verweerder heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt, dat psychische problemen hem belet hebben om zich te gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt.

 

 

6        MAATREGEL

 

6.1     Gelet op het feit dat in de parallel bij de raad in behandeling zijnde zaak met kenmerk L61-2013 aan verweerder een berisping is opgelegd, acht de raad het opleggen van een maatregel in deze zaak niet geïndiceerd.

 

 

                        BESLISSING

 

                        De raad van discipline:

 

verklaart het dekenbezwaar gegrond en ziet in deze zaak af van het opleggen van een maatregel.

 

 

Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. I.E.M. Sutorius, Th. Kremers , A.A. Freriks, R.G.A.M. Theunissen, leden, bijgestaan door mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 mei 2013.

 

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 28 mei 2013

 

 

 

per aangetekende brief verzonden aan:

 

 

-           de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement L

-           verweerder

-           de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

 

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-            verweerder

-           de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

 

a.    Per post

 

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

 

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

 

b.    Bezorging

 

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

 

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

 

c.    Per fax

 

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

 

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

 

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

 

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl