Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

22-05-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:19

Zaaknummer

L 12 - 2013

Inhoudsindicatie

Een cliënt heeft recht op genoegzame en tijdige informatie over zijn zaken, zeker wanneer daarom door hem wordt gevraagd. In dat opzicht is verweerder jegens klager tekort geschoten. Voor het overige heeft verweerder zich binnen de hem verstrekte opdracht voldoende van zijn taak gekweten.

Inhoudsindicatie

Klacht gedeeltelijk gegrond; maatregel enkele waarschuwing.

Uitspraak

Beslissing van 24 juni 2013

in de zaak L 12 - 2013

naar aanleiding van de klacht van:

 

X.

 

klager

 

tegen:

Y.

verweerder

 

 

1                Verloop van de procedure

1.1          Bij brief aan de raad van 14 januari 2013, met kenmerk DOK 7077, door de raad ontvangen op 15 januari 2013, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2          De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 22 april 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3          De raad heeft kennis genomen van de onder 1.1 genoemde brief van de deken van 14 januari 2013 met bijlagen. Voorts heeft de raad kennis genomen van de brief van klager aan de raad van 19 april 2013.

 

2                FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1          Klager heeft een geschil met de gemeente A. over gemeentelijke belastingen. Via zijn rechtsbijstandverzekeraar Z. is verweerder ingeschakeld bij brief van 23 februari 2012.

2.2          Bij brief van 29 februari 2012 aan klager heeft verweerder een uiteenzetting van de zaak gegeven en om aanvullende bescheiden gevraagd. Verweerder heeft eveneens bij brief van 29 februari 2012 een pro forma beroep in gesteld bij de gemeente A.

2.3          Bij brief van 9 maart 2012 laat verweerder aan klager weten, dat de gemeente alsnog heeft ingestemd met het verzoek van klager om de aanslag gemeentelijke belastingen in termijnen te betalen, zodat de beroepsprocedure wat dat betreft niet langer nodig was. Voorts heeft verweerder eveneens op 9 maart 2012 het door hem ingestelde pro forma beroep inhoudelijk gemotiveerd en klager daarvan op de hoogte gesteld.

2.4          Hierna hebben klager en verweerder de afspraak gemaakt om de gehele kwestie op 17 april 2012 om 10.00 uur telefonisch te bespreken. Op dat tijdstip bleek klager echter niet bereikbaar. Verweerder heeft vervolgens aangeboden om tezamen met klager en de gemeente A. alle dossiers in september 2012 te bespreken.

2.5          Eind juni 2012 heeft Z. de opdracht aan verweerder beëindigd en de polis van klager geroyeerd.

 

3                klacht

 

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet, aangezien verweerder tekort is geschoten in zijn zorg voor klager doordat :

 

1.                            verweerder zich niet voor klager heeft ingespannen.

2.                            verweerder vanaf 8 maart 2012 niets van zich heeft laten horen

 

4                VERWEER

4.1          Verweerder stelt dat hij binnen het kader van de hem door rechtsbijstandverzekeraar Z. verstrekte opdracht voor klager alles heeft gedaan wat nodig was en klager daarvan op de hoogte heeft gesteld.

4.2          Voorts heeft verweerder conform een daarover gemaakte afspraak gepoogd klager op 17 april 2012 om 10.00 uur telefonisch te bereiken teneinde het dossier te bespreken, maar klager was toen niet bereikbaar.

4.3          In een later stadium heeft verweerder nog aan klager voorgesteld om tezamen een afspraak met de gemeente A. te maken om alle geschillen te bespreken en te pogen tot een alles omvattende regeling te komen.

 

5                BEOORDELING

5.1         De raad stelt vast dat de klacht van klager feitelijk in twee onderdelen uiteen valt, te weten:

-                      het tekort schieten van verweerder in de zorg voor zijn cliënt;

-                      het tekort schieten van verweerder in de vereiste communicatie met zijn cliënt.

5.2         Uit het dossier valt op te maken dat verweerder bij brief van 23 februari 2012 van rechtsbijstandverzekeraar Z. de opdracht ontving om klager bij te staan in diens geschil met de gemeente A. In zijn brief van 29 februari 2012 heeft verweerder klager hiervan op de hoogte gesteld en om aanvullende bescheiden gevraagd. Voorts heeft verweerder op deze datum een pro forma beroep voor klager bij de gemeente A. ingediend.

5.3         Hierna heeft verweerder in zijn brief van 9 maart 2012 aan klager laten weten dat de gemeente alsnog bereid was in te stemmen met een betalingsregeling voor de aanslag gemeentelijke belastingen. Eveneens op deze datum heeft verweerder het door hem ingestelde beroep inhoudelijk gemotiveerd. Aan klager heeft hij laten weten te verwachten, dat dit beroep zou worden afgewezen, omdat tegen de afwijzing van het verzoek tot kwijtschelding geen rechtsmiddelen meer open stonden.

5.4         Op grond van dit alles is de raad van oordeel dat verweerder binnen de hem door Z. verstrekte opdracht zich voldoende van zijn taak heeft gekweten, zodat hem daarover geen verwijt gemaakt kan worden.

5.5         Wat betreft het tweede onderdeel van de klacht maakt de raad uit het dossier op dat klager in de maanden april en mei nog een aantal e-mails aan verweerder heeft gezonden waarop kennelijk niet is gereageerd waarop klager ondermeer wijst in zijn e-mail aan verweerder van 3 april 2012. Voorts wordt in een e-mail van Z. aan klager van 22 mei 2012 meegedeeld dat verweerder nog zal aangeven wat de stand van zaken is en welke stappen nog genomen zullen worden. Blijkens de e-mail van klager aan Z. en verweerder van 31 mei 2012 is hierop door verweerder niet gereageerd.

5.6         Uitgangspunt is dat een cliënt recht heeft op een genoegzame en tijdige informatie over zijn zaken, zeker wanneer daarom door hem wordt gevraagd. Uit de e-mail van Z. aan klager van 22 mei 2012 valt op te maken dat verweerder nog informatie wilde geven over eventueel nog te nemen stappen, daarbij de indruk wekkend dat dergelijke stappen nog mogelijk waren. Echter, na het indienen door klager van een klacht bij Z. en bij de deken heeft verweerder geen verdere actie genomen. Wat dat betreft is verweerder jegens klager tekort geschoten en acht de raad dit onderdeel van de klacht gegrond.

5.7         De ernst van deze gegrond bevonden klacht rechtvaardigt een tuchtrechtelijke reactie van een enkele waarschuwing.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

-                          verklaart het eerste onderdeel van de klacht ongegrond.

-                          verklaart het tweede onderdeel van de klacht gegrond en legt aan verweerder  op de maatregel van een enkele waarschuwing.

 

Aldus gewezen door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mw. mr. A. Groenewoud, mw. mr. Th. Kremers, mw. mr. A.A. Freriks en mr. R.G.A.M. Theunissen, leden, bijgestaan door mr. C.M. van Lanschot als griffier , en uitgesproken ter openbare zitting van 24 juni 2013.

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                     

 

Deze beslissing is in afschrift op                                        per aangetekende brief  verzonden aan:

-               klager

-               verweerder

-               de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

-               de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

 

-            verweerder

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Voor zover de klacht geheel of ten dele ongegrond is verklaard door:

 

-      klager

-      de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.    Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.    Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl