Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

18-01-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2013:71

Zaaknummer

47/12

Inhoudsindicatie

Niet is komen vast te staan dat verweerder klager (onjuist) heeft geadviseerd over diens reis naar de Verenigde Staten in verband met de problemen die klager daarbij zou kunnen ondervinden gelet op  de verdenking die de autoriteiten aldaar bleken te hebben, dat klager een handelsembargo zou hebben geschonden.

Inhoudsindicatie

De klacht is ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 18 januari 2013

in de zaak 47/12

naar aanleiding van de klacht van:

 

de heer [    ]

klager

 

tegen:

mr. [    ]

verweerder

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 13 maart 2012, door de raad ontvangen op 14 maart 2012, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Zwolle de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 23 november 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van het van de deken ontvangen dossier.

 

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Verweerder heeft klager vanaf september 2009 bijgestaan in het kader van een verhoor, dat klager in Nederland is afgenomen door Amerikaanse autoriteiten in verband met de verdenking van het schenden van het Amerikaanse handelsembargo tegen Iran. Dit verhoor heeft daadwerkelijk op 28 januari 2010 plaats gevonden.  

2.3    Begin 2011 is er wederom contact geweest tussen klager en verweerder.

2.4    In augustus 2011 is klager in de Verenigde Staten gearresteerd in verband met de kwestie waarvoor hij verhoord was. Kort daarna heeft verweerder zich in de media geuit over deze arrestatie.

2.5    Op 16 augustus 2011 heeft klager zijn huidige raadsman ingeschakeld om hem in deze zaak bij te staan. Op 7 februari 2012 is klager naar Nederland terug gekeerd.

2.6    Bij brief van 14 december 2011 met bijlagen heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

 

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a)    verweerder er ten onrechte vanuit is gegaan, dat klager geen verdachte meer was van de Amerikaanse justitiële autoriteiten althans dat hij daarvan geen schriftelijke bevestiging heeft gevraagd. Op grond daarvan heeft verweerder klager geadviseerd en aan gegeven dat hij zonder beletsel naar de Verenigde Staten kon reizen.

b)    verweerder heeft nagelaten bij een dergelijk gecompliceerde beslissing de afweging op schrift te stellen, die aan zijn advies ten grondslag heeft gelegen.

 

4    VERWEER

4.1    Verweerder heeft klager nimmer geadviseerd over een reis, die klager naar de Verenigde Staten wilde maken. Dit blijkt ook niet uit de tekst op de website van verweerders kantoor.

4.2    Hij heeft ook nooit zich uit gelaten over het feit of klager nog verdachte was in de Amerikaanse zaak. Daarover heeft hij nimmer vanuit de Verenigde Staten enig bericht ontvangen.

 

5    BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a)

5.1    Naar het oordeel van de raad staan klager en verweerder lijnrecht tegenover elkaar waar het betreft het feit of verweerder klager al dan niet heeft geadviseerd, dat hij zonder problemen naar de Verenigde Staten kon reizen. De raad heeft niet kunnen vast stellen dat er daadwerkelijk een dergelijk advies door verweerder is gegeven. De door klager aangehaalde media-uitingen rechtvaardigen niet de gevolgtrekking, dat verweerder klager heeft geadviseerd over het al dan niet zonder problemen reizen naar de Verenigde Staten. Ook de getuigen kunnen niet uit eigen wetenschap verklaren, dat er door verweerder aan klager op dit punt advies is uitgebracht. Dit leidt tot de conclusie dat niet is komen vast te staan, dat klager verweerder heeft geadviseerd over het reizen naar de Verenigde Staten, laat staan dat dit advies luidde dat dit zonder problemen kon.

5.2    Dit klachtonderdeel is dan ook ongegrond.

Ad klachtonderdeel b)

5.3    Nu niet is komen vast te staan dat er door verweerder een (reis-)advies is uitgebracht, behoeft het verwijt van verweerder, dat door klager aan het advies geen zorgvuldige afweging ten grondslag is gelegd, niet verder te worden besproken.

5.4    Dit onderdeel van de klacht is eveneens ongegrond.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. F.P. Dresselhuys-Doeleman, voorzitter, mrs. G.W. Brouwer, M.I. van Horssen-Bok, L.J. van der Veen, H.J. Meijer, bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin - van den Akker als plaatsvervangend griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 18 januari 2013.

 

griffier                                                                    voorzitter                           

 

Deze beslissing is in afschrift op 21 januari 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de waarnemend deken van de orde van advocaten in het arrondissement Oost-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klager

-    de waarnemend deken van de orde van advocaten in het arrondissement Oost-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

 

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl