Rechtspraak
Uitspraakdatum
25-03-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4165
Zaaknummer
M327-2012
Inhoudsindicatie
Verweerder is als kantoorverantwoordelijke ter zake de financiële afwikkeling van declaraties, gehouden tot een tijdige terugbetaling aan cliënt. Nu hij eerst na tussenkomst van de deken -meer dan een jaar nadat de restitutie had dienen plaats te vinden- hiertoe is overgegaan, heeft hij niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt.
Inhoudsindicatie
Klacht gegrond. Maatregel van voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee weken
Uitspraak
in de zaak M327-2012
naar aanleiding van de klacht van:
A
klager
tegen:
B
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 12 december 2012 met kenmerk D, door de raad ontvangen op 13 december 2012 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement M, thans arrondissement L, zijn klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 28 januari 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van het klachtdossier.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
Door verweerders kantoor is op 15 september 2011 een credit einddeclaratie verzonden van € 1.892,11 aan cliënt X. Ondanks diverse verzoeken van deze cliënt om tot restitutie van voornoemd bedrag over te gaan en toezeggingen zijdens verweerders kantoor dat tot betaling zou worden overgegaan, bleef betaling van het bedrag achterwege. Bij brief van 21 september 2012 heeft X de deken verzocht om verweerders kantoor te bewegen tot betaling over te gaan. Bij brief van 25 september 2012 heeft de deken verweerders kantoor opgedragen het betreffende bedrag binnen 5 dagen aan X te restitueren. Op 1 oktober 2012 is het bedrag aan X terugbetaald.
Bij brief d.d. 12 december 2012 heeft de deken bij de raad een bezwaar tegen verweerder ingediend.
2.2 KLACHT
De klacht houdt - zakelijk weergegeven - het volgende in.
Verweerder gedraagt zich niet zoals een goed advocaat betaamt:
Hoewel verweerders cliënt X sinds 15 september 2011 recht had op restitutie van een bedrag van € 1.892,11 en sindsdien vele malen tevergeefs heeft aangedrongen op betaling, heeft verweerder pas na interventie van de deken op 1 oktober 2012 betaald, derhalve meer dan een jaar te laat. Dit gedrag betaamt een behoorlijk advocaat niette meer niet nu verweerder reeds meerdere keren met betrekking tot financiële aangelegenheden is gecorrigeerd en hem nog op 5 augustus 2011 vanwege een financiële kwestie door het hof van discipline een disciplinaire maatregel was opgelegd.
3 VERWEER
De reden waarom betaling pas zo laat heeft plaatsgevonden is gelegen in overstelpende drukte op kantoor als gevolg waarvan de onderhavige kwestie is ondergesneeuwd. Verweerder toont zich bereid hiervoor zijn welgemeende excuses aan te bieden.
Daarbij geeft verweerder aan, dat hij niet de behandelend advocaat is geweest. Aan hem is ook niet gevraagd om tot restitutie over te gaan; hem valt dus niets te verwijten.
4 BEOORDELING
4.1 De advocaat is gehouden tot nauwgezetheid en zorgvuldigheid in financiële aangelegenheden. De klacht zal in het licht van dit criterium worden beoordeeld.
Ter zitting heeft verweerder naar voren gebracht dat X hem niet persoonlijk heeft verzocht om restitutie van het bedrag, dat het een zaak betrof die werd behandeld door een andere advocaat op zijn kantoor en dat hij geen eindverantwoordelijke is in de betreffende zaak. Verweerder heeft echter niet betwist dat hij op zijn kantoor eindverantwoordelijk is ter zake de financiële afwikkeling van declaraties. Dat volgt ook uit de brief van verweerders kantoorgenoot mr. C. van november 2012, in reactie op de aanschrijving door de deken. De raad stelt voorts vast dat verweerder pas na tussenkomst van de deken ervoor zorg heeft gedragen dat tot terugbetaling van het verschuldigde bedrag is overgegaan, meer dan een jaar nadat restitutie had dienen plaats te vinden. Op grond van het voorgaande heeft de raad de overtuiging, dat verweerder eindverantwoordelijk is voor de afwikkeling van financiële zaken op zijn kantoor. Door als eindverantwoordelijke voor financiële zaken zo lang te wachten met restitutie mede gelet op het feit dat diverse keren is gerappelleerd, heeft verweerder niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. De raad acht de klacht dan ook gegrond.
5 MAATREGEL
De raad acht gelet op de ernst van het feit de maatregel van voorwaardelijke schorsing passend en geboden. De raad houdt daarbij enerzijds rekening met de omstandigheid dat aan verweerder ter zake van een soortgelijk feit reeds een disciplinaire maatregel werd opgelegd en anderzijds met de omstandigheid dat hij niet de behandelend advocaat was bij de betrokken zaak.
6 BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart de klacht gegrond;
- legt aan verweerder op de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van 2 weken;
- bepaalt dat deze maatregel niet zal worden ten uitvoer gelegd tenzij de raad later anders mocht bepalen op grond dat verweerder zich voor het einde van de proeftijd, welke de raad stelt op 2 jaren, aan een in artikel 46 van de advocatenwet bedoelde gedraging heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. I.E.M. Sutorius, Th. Kremers , A.A. Freriks, R.G.A.M. Theunissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.T.A. Verhagen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 25 maart 2013 .
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 26 maart 2013
per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement L
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- verweerder
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl