Rechtspraak
Uitspraakdatum
11-10-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRARL:2013:8
Zaaknummer
190/12
Inhoudsindicatie
Klaagster verwijt verweerder dat hij welbewust medewerking verleent aan de incasso van spooknota’s. Daardoor berokkent hij het bedrijfsleven schade.
Inhoudsindicatie
De raad is van oordeel dat klacht ongegrond is. Verweerder heeft onvoldoende onderbouwd waarom het zenden van één brief aan klaagster, waarop klaagster nooit gereageerd heeft, tuchtrechtelijk verwijtbaar zou zijn.
Uitspraak
Beslissing van 11 oktober 2013
in de zaak 190/12
naar aanleiding van de klacht van:
[ ] B.V.
klaagster
tegen:
mr. [ ]
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 12 december 2012 met kenmerk 011/012 KG024, door de raad ontvangen op 13 december 2012, heeft de deken van de orde van advocaten in het voormalige arrondissement Groningen de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 23 augustus 2013 in aanwezigheid van verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van het van de deken ontvangen dossier.
1.4 Zaken die op 31 december 2012 aanhangig waren bij de raden van discipline in de ressorten Arnhem en Leeuwarden zijn op grond van de inwerkingtreding op 1 januari 2013 van de Wet Herziening Gerechtelijke Kaart voor de verdere behandeling overgedragen aan de raad van discipline in het ressort Arnhem Leeuwarden. Deze zaak wordt daarom verder beslist door de raad van discipline in het ressort Arnhem- Leeuwarden.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
2.2 Klaagster is bij brief van 1 december 2011 door verweerder namens zijn cliënte de besloten vennootschap B. B.V. gesommeerd tot betaling van een factuur van 5 oktober 2011 voor een bedrag van € 5.849,07.
2.3 Bij brief met bijlagen van 25 mei 2012 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder actief en welbewust medewerking verleent aan malafide en onrechtmatige praktijken van B.B.V. en aan haar gerelateerde bedrijven ondermeer door ondersteuning bij incasso van spooknota’s. Klaagster heeft nimmer zaken gedaan met B.B.V.. Het gedrag van verweerder druist in tegen de voor advocaten geldende regels. Hij berokkent het bedrijfsleven schade en dat doet zijn beroepsgroep geen goed.
3.2 Verweerders cliënte maakt zich schuldig aan acquisitiefraude en onrechtmatig gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal. Zij bedient zich van diverse misleidende handelsnamen.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft van zijn cliënt een getekende opdrachtbevestiging ontvangen met het verzoek de daaruit voortvloeiende factuur ten name van klaagster te incasseren. Op de door hem aan klaagster daartoe gezonden brief heeft hij nooit enige reactie ontvangen. Verweerder vordert dat klaagster haar verwijt dat zijn cliënte fraude pleegt nader onderbouwt. De procedure waar klaagster naar verwijst is niet door verweerder gevoerd. Hij was enkel gemachtigde.
4.2 Er is nog geen dagvaarding uitgebracht. Pas na het voeren van verweer door klaagster kan worden vastgesteld of verweerders cliënte zich onjuist heeft gedragen.
5 BEOORDELING
Naar het oordeel van de raad is de klacht ongegrond. Klaagster heeft onvoldoende onderbouwd waarom verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gehandeld door het enkel toezenden van een brief met het verzoek een nota te betalen.
BESLISSING
De raad van discipline:
is van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Aldus gewezen door mr. mr. F.P. Dresselhuys - Doeleman, voorzitter, mrs. E. van Asselt-Pronk, F. Klemann, G.E.J. Kornet, H.J. Robers, leden, bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin - van den Akker als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 oktober 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 14 oktober 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klaagster
- verweerder
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- klaagster
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl