Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

30-10-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:113

Zaaknummer

13-243

Inhoudsindicatie

Verweerster heeft vier uitvoerige brieven voor klaagster geschreven. Aldus heeft zij zich voldoende voor klaagster ingespannen. Toen deze brieven niet tot het gewenste resultaat leiden, heeft zij klaagster het voeren van een procedure mogen ontraden. Ook het verwijt dat verweerster geen procedure voor klaagster aanhangig heeft gemaakt is daarom kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 30 oktober 2013

in de zaak 13-243

naar aanleiding van de klacht van:

klaagster

tegen:

verweerster

advocaat te [X]

De voorzitter van de raad van discipline heeft kennisgenomen van de brief van de

deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland van 1 oktober 2013 met kenmerk RvT 13-0064 RvT/LB/ml, door de raad ontvangen op 2 oktober 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Klaagster heeft zich op 22 maart 2012 tot verweerster gewend in verband met een geschil met haar verhuurder, hierna te noemen de woningbouwvereniging. In 2007 zijn glasvezelkabels onder de grond van de tuin van klaagster gelegd en is een glasvezelkast in de tuin van klaagster geplaatst waardoor het plaatsen van een schutting rondom de tuin van klaagster problemen oplevert.

1.3 Bij brief van 12 april 2012 heeft verweerster zich namens klaagster tot de woningbouwvereniging gewend. Bij brief van 16 mei 2012 heeft de woningbouwvereniging verweerster bericht dat de woningbouwvereniging bereid is de kosten van het plaatsen van de palen en van de palen zelf voor zijn rekening te nemen en ook de kosten van het bevestigen van de schuttingdelen aan de palen te betalen maar dat de schuttingdelen door klaagster moeten worden aangeschaft.

1.4 Daarna heeft verweerster nog de nodige brieven en e-mailberichten naar de woningbouwvereniging gestuurd over deze kwestie op welke correspondentie de woningbouwvereniging heeft gereageerd. Deze correspondentie heeft echter niet geleid tot een wijziging van het standpunt van de woningbouwvereniging.

1.5 Bij brief van 20 september 2012 heeft verweerster klaagster bericht dat het geen zin meer heeft om brieven aan de woningbouwvereniging te sturen omdat zij niet nader tot elkaar komen en haar in overweging gegeven het aanbod van de woningbouwvereniging te aanvaarden. Tevens heeft verweerster klaagster bericht dat de uitkomst van een procedure niet zeker is en de nodige kosten voor klaagster mee zal brengen. Klaagster stelt deze brief niet te hebben ontvangen.

1.6 Per e-mailbericht d.d. 10 oktober 2012 heeft klaagster aan verweerster mee-gedeeld dat zij het niet eens is met het standpunt van de woningbouw-vereniging en dat zij zich tot de rechter wenst te wenden.

1.7 Vervolgens heeft er op 12 oktober 2012 telefonisch contact tussen klaagster en verweerster plaatsgevonden. In het telefoongesprek heeft verweerster klaagster gewezen op de risico’s van een procedure en haar geadviseerd het aanbod van de woningbouwvereniging te accepteren. Tevens heeft zij klaagster gewezen op de mogelijkheid een second opinion aan te vragen.

1.8 Bij brief van 27 november 2012 heeft klaagster zich bij verweerster beklaagd over de door haar verleende rechtsbijstand.

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij:

2.2 zich er onvoldoende voor heeft ingespannen dat de verhuurder maatregelen zou treffen voor het plaatsen van een schutting

2.3 brieven van en aan de woningbouwvereniging niet, althans niet tijdig aan klaagster heeft doorgestuurd en niet of niet tijdig heeft gereageerd op mails en/of brieven van klaagster

2.4 geen procedure heeft opgestart ondanks uitdrukkelijk verzoek daartoe van klaagster

2.5 niet heeft gereageerd op de aan haar verzonden klachtbrief.

3 VERWEER

3.1 Tot haar spijt heeft verweerster de aan haar gerichte klachtbrief van 27 november 2012 niet ontvangen.

3.2 Zij heeft klaagster niet beloofd een gerechtelijke procedure tegen de woningbouwvereniging aanhangig te maken.

3.3 Zij is niet structureel slecht telefonisch bereikbaar. Het kan zijn dat het medio oktober 2012 moeilijk was haar telefonisch te bereiken, maar er kan altijd een boodschap voor haar worden achtergelaten bij de telefoniste of per e-mail. Het is niet juist dat zij contactverzoeken heeft genegeerd.

3.4 Zij staat nog steeds achter het door haar gegeven advies.

3.5 Zij heeft zich voldoende ingespannen om de belangen van klaagster te behartigen.

4 BEOORDELING

4.1 Op de klacht kan, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, door de voorzitter worden beslist.

4.2 Verweerster heeft op 12 april, 6 juni, 5 juli en 10 september 2012 brieven aan de woningbouwvereniging gestuurd waarin zij gemotiveerd heeft verzocht de problemen van klaagster met het plaatsen van een schutting op te lossen. Aldus heeft verweerster voldaan aan de op haar rustende inspanningsverplichting. Dat geen overeenstemming met de woningbouwvereniging is bereikt valt verweerster niet te verwijten. Het eerste onderdeel van de klacht is kennelijk ongegrond.

4.3 Dat verweerster brieven van en aan de woningbouwvereniging niet, althans niet tijdig, aan klaagster heeft doorgestuurd en niet of niet tijdig heeft gereageerd op e-mailberichten en brieven van klaagster, heeft klaagster niet met concrete voorbeelden onderbouwd en blijkt ook overigens niet uit de stukken. Daarom is dit klachtonderdeel kennelijk ongegrond.

4.4 Verweerster heeft klaagster - nadat de in punt 4.2 genoemde brieven niet tot het gewenste resultaat hadden geleid - geadviseerd het aanbod van de woningbouwvereniging te aanvaarden en klaagster er op gewezen dat de uitkomst van een procedure onzeker is en dat een procedure kosten voor klaagster met zich mee zal brengen. Aldus heeft verweerster getracht klaagster te behoeden voor de risico’s van een gerechtelijke procedure. Het behoorde tot de taak van verweerster zulks te doen. Indien klaagster zich niet neer kan leggen bij het advies van verweerster staat het haar vrij zich tot een andere advocaat te wenden met het verzoek een procedure tegen de woningbouwvereniging aanhangig te maken. Terecht heeft verweerster klaagster in dit verband gewezen op de mogelijkheid een second opinion te vragen. Verweerster was geenszins verplicht een procedure voor klaagster aanhangig te maken indien zij zulks niet geraden achtte. Daarom is het verwijt dat zij niet is gaan procederen voor klaagster kennelijk ongegrond.

4.5 Klaagster heeft op 27 november 2012 een klachtbrief aan verweerster gestuurd. Verweerster stelt deze brief niet te hebben ontvangen. Omdat niet is vast komen te staan dat verweerster de brief van klaagster van 27 november 2012 heeft ontvangen is het verwijt dat zij niet heeft gereageerd op deze brief kennelijk ongegrond.

BESLISSING

Alle onderdelen van de klacht van klaagster tegen verweerster zijn kennelijk ongegrond.

Aldus gewezen door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter, met bijstand van mr. A. Huber als griffier op 30 oktober 2013.

griffier  voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 1 november 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klaagster

en per gewone post aan:

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten