Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

17-04-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4253

Zaaknummer

ZWB 95 - 2013

Inhoudsindicatie

Indien een advocaat niet beschikt over enige concrete aanwijzing, dat de verdeling van een reeds afgewikkelde nalatenschap op onjuiste wijze tot stand is gekomen, kan van hem niet worden verwacht, dat hij deze ter discussie stelt.

Uitspraak

Beslissing van 17 april 2013

in de zaak ZWB 95-2013

naar aanleiding van de klacht van:

1.                   A.

2.         B.        

 

klagers

 

tegen:

C.

 

verweerder

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West-Brabant van 18 maart 2013 met kenmerk K12/13-012 , door de raad ontvangen op 19 maart 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1.        Klaagster was mede-erfgenaam in de erfenis van haar overleden vader. Klaagster was door de kantonrechter onder meerderjarigenbewind gesteld. De broer van klaagster was door de kantonrechter aangesteld als bewindvoerder. De bewindvoering is opgeheven op  3 april 2012.

1.2         Klagers hebben zich op 30 juli 2012 tot verweerder gewend in verband met de afwikkeling van de nalatenschap van de overleden vader van klaagster. Klagers waren van mening dat de erfenis niet op de juiste wijze was verdeeld. Klagers hebben een voorschot betaald voor de werkzaamheden van verweerder.

1.3         Verweerder heeft bij brief van 8 augustus 2012 verzocht hem

nader te informeren over de precieze aard van de problematiek (onder meer ten aanzien van de hoeveelheid contant geld). Verweerder heeft klagers verzocht bewijs aan te leveren van de stelling dat de hoeveelheid contant geld niet op juiste wijze was verdeeld.

                        

 1.4        Bij brief dd. 18 oktober 2012 hebben klagers zich beklaagd over het optreden van verweerder.

 

1.5         Op 15 januari 2013 is door de bewindvoerder eindrekening en verantwoording afgelegd inzake het meerderjarigenbewind van klaagster. Klaagster heeft zich akkoord verklaard met de eindrekening en verantwoording en volledige decharge voor de bewindvoering (periode tot 3 april 2012) verleend.

 

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder steeds maar bleef vragen om bewijs van de stelling dat er niet op de juiste wijze was verdeeld, terwijl verweerder nu juist was ingeroepen om de (on)juistheid van de verdeling van de erfenis te onderzoeken.

 

3.           VERWEER     

3.1         Op het moment dat klagers de zaak bij verweerder aanbrachten, was de verdeling van de erfenis afgerond. Klagers uitten allerlei beschuldigingen. Zij stelden dat er meer contante gelden waren dan er in werkelijkheid zijn verdeeld. Klagers hadden geen concrete aanwijzingen waarop hun stellingen waren gebaseerd. Verweerder wenste dat de beschuldigingen (minimaal) werden geconcretiseerd alvorens aan de slag te gaan.  Verweerder heeft meerdere malen om nadere informatie verzocht maar klagers lieten nooit weten wat de precieze problematiek was, zodat hij niet aan de slag kon.

 

4.           BEOORDELING

4.1         Een advocaat dient zich in te spannen om de belangen van zijn client te behartigen. Hiervoor is wel van belang dat de client het probleem voldoende duidelijk maakt, zodat de advocaat het probleem in een juridisch kader kan plaatsen en –in overleg met zijn client- een aanpak van de zaak kan bepalen.

4.2         Het is begrijpelijk dat verweerder om nadere informatie heeft verzocht, aangezien het in een eventuele procedure op de weg van klagers zou komen te liggen om hun stelling dat er sprake was van een grotere hoeveelheid contante gelden, nader te concretiseren en met bewijzen te onderbouwen. Zo lang verweerder over geen enkele concrete aanwijzing beschikte dat de verdeling in de inmiddels afgewikkelde nalatenschap op onjuiste wijze tot stand was gekomen, kon van hem niet verwacht worden dat hij de afwikkeling van de nalatenschap ter discussie stelde.

4.3         Onder bovenvermelde omstandigheden valt verweerder tuchtrechtelijk geen enkel verwijt te maken, dat hij in de zaak van klagers (nog) geen stappen had gezet. Klagers hebben verweerder de gevraagde informatie nimmer verschaft, voordat zij zich  tot een andere advocaat hebben gewend.

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht als kennelijk  ongegrond af.

 

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 17   april 2013.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 19 april 2013

 

per gewone en per aangetekende post verzonden aan:

-  klager

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West-  Brabant.

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Zeeland West-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.