Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-05-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4425

Zaaknummer

13-04

Inhoudsindicatie

Klaagster heeft van verweerster verwacht dat zij haar en haar familieleden als slachtoffers terzijde zou staan bij een strafproces. Hoewel verweerster er beter aan zou hebben gedaan (nog) meer duidelijkheid te verschaffen over haar positie heeft klaagster onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld op basis waarvan zij heeft mogen aannemen dat een overeenkomst van opdracht tot stand was gekomen.

Uitspraak

Beslissing van 27 mei 2013

in de zaak 13-04

naar aanleiding van de klacht van:

klaagster

tegen:

verweerster

advocaat te [X]

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 2 januari 2013 met kenmerk K12/37, door de raad ontvangen op 3 januari 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 8 april 2013 in aanwezigheid van mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter,

mrs. H. Dulack, J.R.O. Dantuma, W.H. Kesler en A.M.T. Weersink, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken genoemd in de brief van de deken van 2 januari 2013.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Verweerster is als juridisch adviseur werkzaam op het Turkse consulaat te Deventer. Zij houdt aldaar spreekuur.

2.3 Klaagster heeft op [….] 2011 op het Turkse consulaat een gesprek met verweerster gevoerd. Klaagsters zuster is overleden ten gevolge van een verkeersongeval. Degene die verantwoordelijk wordt gehouden voor het ongeval wordt strafrechtelijk vervolgd. Klaagster en haar familieleden wensten als slachtoffers door een advocaat te worden bijgestaan tijdens het strafproces.

2.4 Op [….] 2011 heeft klaagster per aangetekende post een aantal stukken die betrekking hadden op de strafzaak aan verweerster verstuurd.

2.5 Klaagster wenste gebruik te maken van de mogelijkheid een slachtoffergesprek met de officier van justitie te voeren. De afspraak voor dit gesprek heeft verweerster voor klaagster geregeld. In de eerste week van [….] 2011 heeft verweerster telefonisch aan klaagster meegedeeld dat het slachtoffergesprek op [….] 2011 plaats zou vinden. Verweerster is niet aanwezig geweest bij dit gesprek.

2.6 Op [….] 2011 heeft de mondelinge behandeling van de strafzaak tegen de verdachte van het ongeval plaatsgevonden. Verweerster is daar niet bij aanwezig geweest. Evenmin is namens het consulaat een toehoorder bij de zitting aanwezig geweest.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij:

3.1.1 een opdracht om klaagster bij te staan heeft aanvaard en vervolgens de belangen van klaagster onvoldoende deskundig en voortvarend heeft behartigd en de opdracht heeft ontkend

3.1.2 klaagster onvoldoende heeft geïnformeerd en haar pas een dag voor de rechtszitting heeft laten weten dat zij haar bij de behandeling van de strafzaak niet zou bijstaan.

3.2 Stellingen van klaagster ter onderbouwing van haar klacht, voor zover niet al onder de feiten opgenomen.

3.2.1 Verweerster heeft haar tijdens het gesprek dat op [….] 2011 heeft plaatsgevonden niet meegedeeld dat zij niet als advocaat voor haar en haar familieleden kon optreden. Mede omdat zij het gesprek met de officier van justitie voor haar heeft geregeld, had zij geen enkele reden om aan te nemen dat verweerster niet als advocaat voor haar familie zou optreden. Dat is haar pas op [….] 2011 duidelijk geworden.

3.2.2 Op [….] 2011 heeft een gesprek op het Turkse consulaat plaatsgevonden waarbij haar zuster, haar broer en zij zelf aanwezig waren om hun klachten over verweerster toe te lichten. Verweerster heeft zich later bij het gesprek aangesloten. Op verzoek van de Consul heeft verweerster haar toen en niet op [….] 2011 namen genoemd van Turks sprekende advocaten, die hen bij zouden kunnen staan.

3.2.3 Omdat zij met verweerster in het Turks sprak – hun beider moedertaal - is het absoluut niet aannemelijk dat er sprake is geweest van miscommunicatie.

3.2.4 Klaagster en haar familie voelen zich door de handelwijze van verweerster benadeeld. Zij heeft hen in de steek gelaten. Zij heeft hen extra leed berokkend naast het leed dat zij ondervinden ten gevolge van het overlijden van hun zuster. Zij betreuren het dat verweerster zich in het geheel niet verantwoordelijk voelt voor de gang van zaken.

4 VERWEER

4.1 Tijdens het gesprek op [….] 2011 heeft klaagster verweerster verzocht om voor haar als advocaat op te treden. Verweerster heeft klaagster laten weten dat zij op het consulaat niet als advocaat werkzaam is en de zaak van klaagster daarom niet kon en mocht behandelen. Verweerster heeft klaagster uitgelegd dat het enige wat zij kon doen is de Consul Generaal te vragen of er tijdens de zitting een vertegenwoordiger van het consulaat als toehoorder aanwezig kon zijn bij het strafproces.

4.2 Omdat klaagster te kennen gaf niet tevreden te zijn over de door haar ingeschakelde advocaat heeft zij uit een lijst van Turkse advocaten namen van advocaten aan klaagster doorgegeven en haar verzocht met één van hen contact op te nemen.

4.3 Klaagster heeft verweerster telefonisch laten weten dat het slachtoffergesprek op [….] 2011 zou plaatsvinden. Tijdens het telefoongesprek heeft zij klaagster laten weten dat zij niet aanwezig zou zijn bij dit gesprek en ook niet tijdens de zitting op [….] 2011. Klaagster heeft haar toen verzocht of iemand anders aanwezig kon zijn. Verweerster heeft klaagster toen toegezegd dat zij haar verzoek met de Consul Generaal zou bespreken en dat er door het consulaat met haar contact zou worden opgenomen indien er een toehoorder bij de behandeling van de strafzaak aanwezig kon zijn.

4.4 Omdat zij klaagster op [….] 2011 heeft meegedeeld dat zij niet als advocaat voor haar kon en mocht optreden en dat ook niet heeft gedaan heeft zij niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.

4.5 Zij wenst haar spijt te betuigen aan klaagster en haar familieleden dat zij de indruk hebben gekregen dat zij hen in de steek heeft gelaten. Er was sprake van miscommunicatie. Indien zij hier een aandeel in heeft gehad biedt zij daarvoor haar welgemeende excuses aan.

5 BEOORDELING

5.1 De klachtonderdelen lenen zich voor een gezamenlijke behandeling.

5.2 Verweerster stelt dat zij tijdens het gesprek dat op [….] 2011 op het consulaat heeft plaatsgevonden aan klaagster heeft meegedeeld dat zij niet als advocaat voor klaagster en haar familieleden kan en mag optreden. Klaagster stelt dat haar dit pas op [….] 2011 duidelijk is geworden.

5.3 Klaagster heeft verweerster per aangetekende post op [….] 2011 stukken betreffende de strafzaak toegestuurd. Vervolgens heeft verweerster het slachtoffergesprek voor klaagster en haar familieleden geregeld.

5.4 Gesteld noch gebleken is dat tussen klaagster en verweerster is gesproken over de financiële condities die zouden gelden voor de inschakeling van verweerster als klaagsters advocaat terwijl evenmin door klaagster aannemelijk is gemaakt dat zij kon menen dat zij aan het gesprek dat zij op [….] 2011 op het consulaat met verweerster heeft gevoerd gratis rechtshulp kon ontlenen. Daarom is de raad van oordeel dat klaagster niet heeft mogen veronderstellen dat verweerster de opdracht om haar en haar familieleden terzijde te staan heeft aanvaard.

5.5 Omdat geen overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen heeft verweerster de belangen van klaagster en haar familieleden niet hoeven te behartigen en heeft zij hen niet hoeven te informeren over het verloop van het strafproces. De raad is van oordeel dat verweerster er misschien wel beter aan zou hebben gedaan (nog) duidelijker te communiceren dat zij klaagster niet als advocaat sprak en adviseerde en niet als advocaat voor haar en haar familieleden zou optreden in de strafzaak waarom het ging. Maar wil een tuchtrechtelijk verwijt op zijn plaats zijn dan zou daarvoor op zijn minst feitelijk moeten vast staan dat verweerster moet hebben beseft dat klaagster de verwachting had dat verweerster de zaak als advocaat op zich had genomen. Dat laatste is niet het geval. Het feit dat klaagster verweerster van stukken had voorzien past in beider lezing. Maar daarmee heeft verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens klaagster gehandeld.

5.6 Het hier voorgaande brengt met zich mee dat beide onderdelen van de klacht ongegrond zijn.

BESLISSING

De raad van discipline:

De klacht van klaagster is ongegrond.

Aldus gewezen door mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter,

mrs. H. Dulack, J.R.O. Dantuma, W.H. Kesler en A.M.T. Weersink, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 mei 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 27 mei 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerster

en per gewone post aan:

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.